Bruin blauwtje
0 4 8 Kilometers
voedselarme plekken groeit, en slipbladige
ooievaarsbek die regelmatig voorkomt op
open plekken. De rupsen eten vooral van de
bloemen, onrijpe vruchten en zachte loten. Na
ongeveer vijf dagen verschijnt het rupsje dat
vier keer vervelt. Na ongeveer vier weken mag
de volwassen rups er dan ook zijn, prachtig
groen van kleur, met over rug en flanken
purperen strepen. In de zomer vindt daarna de
verpopping plaats. Deze duurt ongeveer twee
weken, waarna de vlinder verschijnt. Het bruin
blauwtje overwintert als rups. In de literatuur
wordt vermeld dat myrmecofilie van toepas
sing is op het bruin blauwtje. Bij sommige
soorten blauwtjes (zoals bij het gentiaan
blauwtje) is die relatie zo sterk ontwikkeld dat
de soort zelfs afhankelijk is van bepaalde
mieren. Bij het bruin blauwtje wordt de relatie
met mieren matig genoemd. Hij kan er mee
samenleven maar is er niet afhankelijk van.
Aanbevelingen
In de duinen is het van belang dat vergrassing
en struweelvorming wordt tegengegaan. Het
toelaten van verstuiving en inzetten van
grazers is de beste optie om open delen in het
duingebied te behouden. Door begrazing
ontstaat een mozaïek van lage begroeiingen
en open plekken waar waardplanten zich
kunnen ontwikkelen. Op de dijken doet het
bruin blauwtje het uitstekend bij extensieve
begrazing. Het vee houdt de vegetatie kort en
zorgt door betreding voor open, verstoorde
plekken waar ooievaarsbeksoorten kunnen
ontkiemen. Het strooien van kunstmest op dij
ken is ongunstig. Op dijken die niet begraasd
worden is gefaseerd maaibeheer ook een
mogelijkheid die succesvol kan zijn. Met het
aanplanten van bomen op zuidhellingen van
dijken moet men terughoudend zijn, omdat
daardoor het geschikte leefgebied verdwijnt.
WT3