Icarusblauwtje
Pofyommatus icarns
Cynthia van der Voorn
Ecologie
De vlinder vliegt in twee, soms drie generaties
per jaar, met een eerste piek in de eerste
weken van juni en een tweede eind juli tot
begin september. De eitjes worden één voor
één gelegd op bloemen, knoppen en bladeren
van de waardplant. De belangrijkste waard-
piant is de gewone rolklaver, maar ook hop-
kiaver en kleine klaver worden gebruikt om
eitjes op af te zetten. Net als bij andere blauw
tjes wordt de rups soms door mieren omge
ven. Deze hebben het voorzien op de suiker
houdende afscheiding aan het achtereinde van
de rups. De halfvolwassen rups overwintert
aan de voet van de waardplant. De volwassen
78 Taitiin^ ZeefandïciL,
Het icarusblauwtje is vernoemd naar de held
Icarus uit de Griekse mythologie. Het mooie
mannetje is met zijn felblauwe bovenzijde met
recht een held wat betreft schoonheid. Aan de
rand van de vleugels zit een witte lijn die
gescheiden wordt door een subtiel zwart
lijntje. Het vrouwtje is met haar bruine tot
paarsblauwe vleugels minder opvallend om te
zien. Dit kleine vlindertje (ca. 16 mm) is ook
een moedig vlindertje, door zijn territorium te
verdedigen tegen andere vlinders. Ook andere
insecten willen nog wel eens aangevallen
worden.
Voorkomen en leefgebied
Deze blauwtjes zijn algemene standvlinders.
Het zijn typische bewoners van schraal,
bloemrijk grasland, duinen, bermen en braak
liggende stukken land. Ook in parken en
tuinen kunnen ze gezien worden. Het icarus
blauwtje komt voor in allerlei vegetatietypen,
onder andere natuurlijke en halfnatuurlijke
graslanden. Ook wegbermen en dijken zijn
zeer geliefd, zoals de berm bij Jacobahaven
(Noord-Beveland), waar veel rolklaver en
jacobskruiskruid voorkomt. Deze gebieden
hebben een schralere ondergrond en door het
minder intensieve beheer zijn er volop kruiden
aanwezig. In Zeeland is het icarusblauwtje een
algemene verschijning. Vooral de kalkrijke,
schralere graslanden, zoals langs het Veerse
Meer zijn zeer geliefd. Het paradijs voor deze
vlinders is de Schotsman op Noord-Beveland.
In dit schrale en vochtige zoetwaternatuur
gebied kunnen hoge aantallen worden waarge
nomen. In 1996 bijvoorbeeld werden er op 15
juni 175 exemplaren gezien. De vlinders
bleken een duidelijke voorkeur te hebben voor
zandige gebieden, zowel vochtig als droog. De
Schotsman, maar ook het Sloegebied zijn
absolute toplocaties voor het icarusblauwtje in
Zeeland. Daarnaast is in het Verdronken Land
van Saeftinghe (Zeeuws-Vlaanderen) de gas-
dam een geschikte locatie voor deze soort.
Daar werden op 21 augustus 2001 205 exem
plaren gezien. Ook hier is de ondergrond
zandig en er bloeien veel akkerdistels aan de
randen die veel vlinders aantrekken.