Gehakkelde aurelia
mmmm
Gerard Geuze
PoflJ9<
oma c
afbum
Met gespreide vleugels is de gehakkelde aure
lia op zijn mooist. Zijn de vleugels dicht, dan
lijkt de vlinder op een verdord blad en is
daardoor goed gecamoufleerd. Ondanks deze
camouflage is toch duidelijk de witte 'c' te zien
op de achtervleugel. Hieraan heeft de soort
zijn wetenschappelijke naam te danken, name
lijk 'c-album'. Vroeger werd de gehakkelde
aurelia dan ook wel witte c-vlinder genoemd.
Tussen mannetje en vrouwtjes is geen verschil
te zien. Wie de soort eenmaal heeft ontdekt en
kent, weet precies wat met 'gehakkelde' wordt
bedoeld. Deze soort heeft namelijk een typisch
gekartelde vleugelrand, iets wat bij andere
soorten niet voorkomt. De gehakkelde aurelia
heeft een krachtige vlucht. Glijvluchten worden
afgewisseld met snelle vleugelslagen.
Voorkomen en leefgebied
In Nederland, de rest van Europa en daar
buiten is de gehakkelde aurelia een vrij alge
mene vlinder met een ruime verspreiding. Ook
in Zeeland is deze vlinder goed vertegenwoor
digd. Met name op Walcheren, Oost-Zeeuws-
Vlaanderen en delen van Schouwen-Duiveland
komen goede biotopen voor. Toch is de
opmars naar het noorden en westen nog maar
een aantal jaren geleden begonnen en kan
sterk fluctueren. Bovendien is het nog maar de
vraag of deze uitbreiding blijvend is. De laat
ste jaren wordt de vlinder in Zeeland steeds
meer waargenomen, maar nooit in grote aan
tallen. De vlinder is te vinden langs bospaden,
open stukken in het bos, parken en tuinen. De
mannetjes verdedigen hun territorium en
opereren hierbij het liefst vanuit een zonnige
en warme plek.
Ecologie
De vlinder vliegt in twee generaties per jaar.
De eerste generatie in Zeeland vliegt van eind
juni (week 26) tot eind augustus (week 34).
Een deel hiervan plant zich nog in hetzelfde
jaar voort en gaat dood. Een ander deel, dat
laat uit de pop komt, overwintert. De tweede
generatie (vanaf eind augustus), vliegt met
een absolute top in week 38 en gaat na de
overwintering door tot begin juni. In het voor
jaar vliegen dan vlinders van twee generaties
waarvan de tweede door de meer donkere
vleugels te onderscheiden is van de eerste. Na
de overwintering, soms op een beschutte plek
vlak bij de grond, wordt er gepaard. Daarna
gaat het vrouwtje op zoek naar een voedsel
plant voor de rups, zoals grote brandnetel, iep
en hop. Na het uitkomen van de eitjes ont
wikkelt zich een solitair levende rups met licht
gekleurde doorns en een wit achterlijf.
Deze lijkt wel op een vogeluitwerpsel. De pop
heeft gouden vlekjes. Hier zou de vlinder de
naam 'aurelia' aan te danken hebben
(aurum=goud). De vlinder bezoekt bloemen
van kruiden en struiken. Wilde liguster en
Gehakkelde aurefia's hij rot fruit
92 Zeefatufica^