plaren gezien dan in 1999 maar nog nooit
werd deze soort in zoveel kilometerhokken
waargenomen (237). Daardoor is het
landkaartje in 2001 en 2002 inmiddels vrij
algemeen. De soort is op diverse plaatsen in
Zeeland waargenomen. Oost-Zeeuws-Vlaan-
deren, de omgeving van Kleverskerke, de Piet
op de grens van Walcheren en Zuid-Beveland,
en Schuddebeurs op Schouwen-Duiveland zijn
belangrijke bolwerken. In Zeeuws-Vlaanderen
zijn ook uitzonderlijk grote aantallen aan
getroffen. Zo werden op 8 juni 1999 in Hulst
100 landkaartjes gezien. Ook in de maand juli
van dat jaar werden om en nabij Hulst hoge
aantallen waargenomen, zoals trouwens op
meer plaatsen in Zeeuws-Vlaanderen in dat
jaar. Het hoogste aantal waarnemingen van de
voorjaarsgeneratie is eveneens in Hulst in
1999 gedaan en bedraagt 35. In Zeeuws-
Vlaanderen zijn in de jaren 2000 en 2001 nog
relatief hoge aantallen landkaartjes waargeno
men. Naast Zeeuws-Vlaanderen zijn inciden
teel nog grote aantallen aangetroffen op
Schouwen bij Schuddebeurs. Op 26 juli 2001
werden hier 50 landkaartjes gezien.
Ecologie
Landkaartjes vliegen in twee tot drie genera
ties, waarbij het uiterlijk van de generaties
duidelijk verschilt. Het Landkaartje over
wintert als pop, waaruit begin mei de vlinder
tevoorschijn komt. Slechts een enkele keer bij
een zacht voorjaar is de vlinder al vroeger
actief, zoals blijkt uit de waarnemingen van 13
april in 1999 en 22 maart in 2000, beide in
Zeeuws-Vlaanderen. De voorjaarsgeneratie
vliegt tot begin juni. Na de paring leggen de
vrouwtjes van de voorjaarsgeneratie hun eitjes
aan de onderkant van het blad van brand
netels. Daarbij worden de eitjes niet afgezet in
hoopjes, zoals bij veel andere dagvlinders,
maar in piepkleine kralensnoertjes die lijken
op de bloeiwijze van brandnetels. Vooral
brandnetels op zeer vochtige locaties in de
schaduw in bossen en langs beschutte bos- en
Eitjes van het landkaartje onderaan brandnete(h(ad
Twee (andkaartjeszojuist uit deyoy gekomen
Ruysen van het (andkaartje oy hrandnete(
KaavfinderS in Zeefand