eetpoliepen gebruik van. De kreeft heeft van zijn lifter geen last. Deze soort kent geen kwalstadium ("meduse'). De planulalarven kruipen over de bodem tot ze een bewegend slakkenhuis vinden. De vraag is wel, hoe vaak het mis is, en er nog een slak in dat huis zit. Maar kennelijk is het vaak genoeg raak, want veel Heremietkreeften hebben zo'n begroeiing op hun huis. Er zijn mannelijke kolonies en vrouwelijke kolonies - de mannelijke zijn wit, en de vrouwelijke roze: je kunt ze in het veld goed onderscheiden. Je kunt deze soort vooral vinden in het intergetijdengebied en dieper, tot ongeveer 30 m. Hij komt voor van noord-Noorwegen tot West-Afrika en in de Middellandse Zee. Aan de Amerikaanse oostkust van de poolzee tot Florida; de Golf van Mexico en de Caribische Zee; Bermuda-eilanden; aan de westkust in zuid-Californië. In Nederland langs de hele kust te vinden, als er tenminste schelpen zijn om op te groeien. Soms groeit hij echter ook gewoon op een steen. N.B.: niet alle hydroidpoliepen op een slakkenhuis horen tot deze soort. Calycella syringa en Leuckartiara octona bijvoorbeeld koloniseren eveneens slakkenhuizen - maar dan vaak met de oorspronkelijke bewoner er nog in. Subklasse Leptothecatae a. het poliepstadium Tentakelkransen: Bij de Leptothecatae is er alleen een krans rond de mondopening. Soms zijn bij deze groep de tentakels in die krans afwisselend opgericht of naar beneden gebogen, waardoor de indruk ontstaat dat twee dicht opeen geplaatste kransen aanwezig zijn. Typen tentakels: De Leptothecatae hebben vrijwel uitsluitend draadvormige tentakels. De netelkapsels zijn vooral (maar niet uitsluitend) op de tentakels gelegen, soms zonder duidelijke rangschikking, soms in kransen of verdichtingen. Soorten netelkapsels: Bij de Leptothecatae is er minder differentiatie van netelkapsels dan bij de Anthothecatae. "Huisjes" (theca's): Bij de Leptothecatae vormt het perisarc een beschermend bouwsel van sterk wisselende gedaante rond de poliep; de poliep is daarin met zijn basis vastgehecht en kan zich er in principe geheel in terugtrekken (eigenlijk woont de poliep dus in een huisje; dat huisje wordt "hydrotheca" genoemd); soms kan de hydrotheca worden afgesloten door een dekseltje (operculum) bestaande uit één sluitplaatje of een aantalcomponenten Bij een aantal Leptothecatae is de poliep zo groot (of de hydrotheca zo gereduceerd), dat van terugtrekken geen sprake kan zijn; de hydrotheca vonnt een bekertje rond de basis van de grote poliep Halecium Meestal zijn de periderm-structuren van de takken en hydrothecae' zo sterk dat hun vorm na de dood van de kolonie behouden blijft en de soort ook na het verdwijnen van het levende weefsel herkend kan worden. Dit natuurlijk alleen als het periderm door slijtage na 101 Tyejauna in Zeeland

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 105