Zandwormen Echiura De Nederlandse naam 'zandwormen' geeft al aan dat het om dieren met een wormachtig lichaam gaat. Er zijn inderdaad Echiura-soorten die in Ei vormige gangen in zandbodems leven en daarmee de titel 'zandwormen' verdienen. Maar toch dekt de naam 'zandworm' de lading niet helemaal, want er zijn ook Echiura-soorten die hun lichaam verbergen in rotsspleten, in schelpen van weekdieren of in gangen die door andere dieren in rots of koraal gemaakt werden. Deze soorten hebben dus niets met zand van doen. De Engelse naam voor de Echiura is 'spoonworms' en deze naam dekt de lading beter. Deze naam slaat op de vorm van de proboscis (een soort slurf). Bij Echiurus is die aan de bovenkant als het ware in de lengte doorgesneden zodat hij de vorm van een lepel heeft. De naam 'spoonworms' slaat ook op de functie die de proboscis heeft bij het verzamelen van voedsel. Dezeproboscis is eigenlijk ook alles wat van de dieren zichtbaar is. Een soort als Bonellia viridis (Rolando, 1821) verraadt zich door zijn tot 1,5 m lengte, uitstrekbare proboscis die over de bodem beweegt om deze te onderzoeken en om voedsel te verzamelen. De Echiura verzamelen met behulp van hun gespierde proboscis zand, slib en andere kleine deeltjes waaruit zij hun voedsel filteren. Het zijn detrituseters. De soorten van het geslacht JJrechis hebben een andere manier van voedsel verzamelen. Zij vangen micro-organismen en kleine deeltjes in een soort slijmnet dat ze zelf maken. Echiura bezitten een eenvoudig gesloten bloedvaatstelsel en het zenuwstelsel is zeer eenvoudig. Het fylum der Echiura is verwant aan twee phyla die ook in dit boek besproken worden: de Sipuncula (pindawormen) en de Annelida (ringwormen) waartoe de Borstelwormen behoren. Deze verwantschap is o.a. gebaseerd op overeenkomsten in de embryonale en larvale ontwikkeling. Er zijn echter ook verschillen. Zo kan bij de Echiura de proboscis niet in de lichaamsholte worden teruggetrokken zoals dat wel kan met de introvert bij de Sipuncula. En in tegenstelling tot de Annelida zijn de Echiura niet gesegementeerd. Echiura komen voor in zoute en brakke wateren. Ze worden aangetroffen in koude, gematigde en tropische wateren en op geringe tot zeer grote diepte (Edmonds, 2000). Het fylum Echiura kent meer dan 100 soorten. Voor zover bekend is slechts één daarvan in Zeeland aangetroffen: Echiurus echiurus (Pallas, 1767). En daarom wordt in dit boek aandacht aan deze soort besteed. In augustus 1959 werden bij Katse Hoek zandmonsters genomen in de Oosterschelde waarin de soort E. echiurus aangetroffen is (Wolff, 1973). In de collectie van Naturalis is van P. de Bruyne materiaal van deze soort aanwezig uit de haven van Zierikzee (J. v. d. Land, schrift, meded.). Van de Waddenzee en de Duitse bocht is bekend dat E. echiurus zich er, na de koude winter van 1981, massaal vestigde (Rachor Bartel, 1981). In het najaar van 1981 zijn enkele, nog levende, exemplaren van deze soort op het strand bij Katwijk en bij Wijk aan Zee aangetroffen (Slager, 1982). Buiten Zeeland zijn 126 fauna /(eeiandka

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 130