Borstelarme ringwormen (Oligochaeta) Bij oligochaeten is het vaak moeilijk om de soort te bepalen. Veel soorten lijken uitwendig sterk op elkaar. Voor de determinatie is men vaak aangewezen op de inwendige organen (meestal de geslachtsorganen). De oligochaeten - waarvan de regenworm een voorbeeld is - zijn draadvormige dieren, opgebouwd uit een groot aantal min of meer gelijke segmenten. Ze leven in de grond. Ze voeden zich met deeltjes rot materiaal of bacteriën in de grond of uit het water net erboven. In tegenstelling tot de regenwormen zijn de (marine) oligochaeten klein. Ze zijn slechts een fractie van een millimeter dik en slechts een paar soorten kunnen een lengte tot 2 cm bereiken. Elk segment heeft 4 kleine bundels met korte borstels. Door ze met behulp van kleine spiertjes te bewegen, kunnen de borstels gebruikt worden voor de voortbeweging. De voorste segmenten zijn deels vergroeid en vormen de kop met de mond. De achterste segmenten vormen de staart met de anus. Alle andere segmenten lijken hetzelfde, maar bij volwassen exemplaren ontwikkelen zich tussen het 5e en het 13e segment zowel de mannelijke als de vrouwelijke geslachtsorganen. De exacte locatie is per soort verschillend. De huid is dun en heeft meestal geen pigment (kleur), waardoor de interne organen van buitenaf zichtbaar zijn. Een aantal soorten lijkt roodgekleurd. Dit komt echter door hemoglobine in het bloed. Het darmstelsel is zeer eenvoudig, hoewel er wel een aantal gespecialiseerde regio's (zoals de maag) te herkennen is. De wormen bewegen zich voort door een peristaltische beweging (ritmisch samentrekken)De meeste oligochaeten (waaronder de regenwormen) zijn echte sediment-eters. Ze eten gewoon het sediment waarin ze leven, verteren daaruit wat ze kunnen verteren en scheiden het restant weer uit. Er zijn echter ook soorten die gericht naar prooien zoeken en alleen die eten. De voortplanting geschied door gelijktijdige uitwisseling van sperma tussen twee individuen. Het sperma kan enige tijd worden opgeslagen in de spermatheca (een zakje). De uiteindelijke bevruchting vindt buiten het lichaam plaats. Hiervoor wordt een geleiachtige substantie afgescheiden die als een ring rond het lichaam zit. Het sperma als de eicellen worden hierin samengebracht. Na enige tijd 136 Syllis gracilis 1 van Moorsel Waardenburg 1999 Trilobodrilus axi 1 Wolff 1973 Typosyllis armillaris 100 Elgershuizen et al. 1979 Typosyllis hyalina 100 van Moorsel Waardenburg 1999 Jauna ^eetandica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 140