Tentakeldieren
7
(jerard tdeerefaout Leewis
m.m.y. dljta de'Ligt
De drie groepen die we in dit
hoofdstuk behandelen worden
alle gekarakteriseerd door een
hoefijzervormige tentakelkrans rond
de mondopening (de "lophophoor").
Samen worden ze wel de Tentakeldieren
genoemd.Het betreft de kelkwormen
(Entoprocta), de mosdiertjes (Bryozoa
of Ectoprocta) en de hoefijzerwormen
(Phoronida).Ook de groep der
armpotigen (Brachyopoda) hoort bij de
tentakeldieren. De armpotigen vormen
een heel oude groep: ze bestonden zo'n
600 miljoen jaar geleden al. 99% van
de soorten die onderscheiden worden
is alleen als fossiel bekend.
Kelkwormen (Entoprocta)
De kelkwormen vormen een kleine stam
van de tentakeldieren. Wereldwijd zijn
er zo'n zestig soorten bekend. Vroeger
werden ze tot de mosdiertjes gerekend,
maar bij nadere beschouwing bleken
ze toch een aparte groep te vormen.
Op één klein geslacht na zijn alle
Entoprocta marien. Alle Europese
soorten zijn beschreven door Nielsen
(1989); sindsdien zijn er geen nieuwe
bijgekomen.
De meeste soorten zijn solitair, dat wil
zeggen dat ze geen kolonies vormen.
Die leven overigens wel allemaal
als commensaal bij andere dieren,
waaronder sponzen, wormen en
stekelhuidigen. Ze zijn klein en uiterst
lastig te vinden, hetgeen waarschijnlijk
ook de reden is dat er vrij weinig
literatuur over is.
De drie in Nederland gevonden soorten
zijn echter alle kolonievormend,
en ze leven vastgehecht aan allerlei
materialen, waaronder stenen, hout,
krabben, sponzen en andere dieren. De
steeltjes van de individuen zijn daarbij
verbonden door over de bodem lopende
verbindingsdraden (zogenaamde
"stolonen"). De grootste soort is niet
meer dan 5 mm lang. Wil je ze onder
water ontdekken, dan moet je wel
heel goed weten waar je naar zoekt,
en bij voorkeur een onderwaterloep
bij je hebben. Ondanks de naam
kelkwormen, lijken ze geenszins op
die langwerpige kruipende dieren.
Het lichaam van de dieren bestaat uit
een min of meer eivormig gedeelte
(de "kelk"; en die lijkt wel enigszins
op zo'n ouderwetse drinkbeker) en
een steeltje waarmee de kelk vastzit
aan de ondergrond of het stolon. De
onderkant is in oorsprong de rugzijde.
Aan de bovenrand bevind zich een ring
van 8 tot 30 tentakels, waarbinnen zich
zowel de mond als de anus bevinden
(dat laatste is ook de betekenis van
het woord Entoprocta). De dieren
zijn dus tweezijdig symmetrisch! De
tentakels kunnen ingetrokken worden,
en dan bedekt met een membraan dat
de tentakels verbindt. Verder gaat
het om eenvoudig gebouwde dieren.
142
Janna "ZeJandka