lopen taps toe naar boven. De kelk zelf is relatief groot, en draagt maximaal 24 tentakels. Deze soort vormt dichte begroeiingen op wieren, hydroidpoliepen en mosdiertjes. Hij komt vooral voor van laag in het intergetijdengebied tot in ondiep water. Net als de andere kelkwormsoorten kun je deze het beste opsporen door plukjes van de begroeiing uit het water te nemen en in een bakje onder een sterke loep of microscoop uit te pluizen. En, zoals gezegd, onder water kan ook een speciale onderwaterloep helpen. Het is in West-Europa een algemeen voorkomende soort. Overige kenmerken, zoals het verloop van bepaalde spieren, zijn alleen bij grondige bestudering met een microscoop te zien. NAAM REFERENTIE Barentsia benedeni 100 Barentsia gracilis 100 Heereboutl970 Barentsia matsushimana 100 Faasse 1998b Pedicellina cernua 100 Heerebout 1970 145 Zeefauna in Z&efand

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 149