Electra monostachys
50
Heerebout 1970
Electra pilosa
1
Heerebout 1970
Escharella immersa
75
Faasse De Blauwe 2004
Farrella repens
50
Heerebout 1970
Flustrellidra hispida
100
Faasse De Blauwe 2004
Membranipora membranacea
75
Heerebout 1970
Nolella pusilla
100
Faasse De Blauwe 2004
Schizomavella linearis
75
Faasse De Blauwe 2004
Scraparia ambigua
100
Faasse De Blauwe 2004
Scrupocellaria scruposa
75
Heerebout 1970
Smittoidea prolifica
100
De Blauwe Faasse 2004
Tricellaria inopinata
100
Faasse De Blauwe 2004
Tubulipora cf. liliacea
100
Heerebout 1970
Victorella pavida
50
Faasse De Blauwe 2004
Walkeria uva
50
Heerebout 1970
larven zich na enkele weken in
het water tot volwassen dieren die dan
op de bodem gaan leven. Er zijn echter
soorten die een vorm van broedzorg
hebben: de larven groeien op in de
bescherming van de tentakelkrans. En
zelfs zijn er ook vormen van asexuele
voortplanting waargenomen, waarbij
deling in diverse vormen optreedt,
dan wel regeneratie van verloren
lichaamsdelen. In Europa komen
tenminste 5 soorten voor, waarvan
er twee in kalksteen kunnen boren;
de andere soorten leven in andere
milieus (zand, modder, zeegrasvelden,
Zandkokerworm-riffen); sommige
soorten komen tot 50 meter diep voor,
eentje zelfs tot 140 meter.
Hoefijzerwormen of Snorwormen
(Phoronidea)
Hoefijzerwormen behoren tot een
kleine, exclusief mariene groep, die
in een chitineuze (hoornachtige)
cilindrische koker leven. De kokers
kunnen in de zachte zandbodem
zitten, maar ook in een harde bodem
(bijvoorbeeld kalksteen). Het lichaam
is wormachtig en eindigt in een
tentakelkrans.
Er zijn ongeveer vijftien soorten
bekend in de wereld, verdeeld over
twee geslachten. Er zijn soorten die
20 cm lang worden. Bij sommige
soorten vindt de bevruchting al in de
lichaamsholte plaats, bij andere pas
in het water. Meestal ontwikkelen de
154
fauna ^efiandica