in het kustwater gedecimeerd worden.
Herkolonisatie vindt dan plaats vanuit
het diepere water. Waarschijnlijk is de
Zeeklit onze talrijkste Zee-egel. De
stekels van zeeklitten doen dienst als
graafwerktuig. De dieren graven zich in
door snelle bewegingen van de stekels
aan de buikzijde. De gangen van de
Zeeklit worden aan de binnenkant
bekleed met slijm, die het dier zelf pro
duceert met behulp van slijmklieren.
Zo wordt voorkomen dat de gangen
instorten. Door de ondergrondse leef
wijze is het risico op predatie sterk
beperkt. Natuurlijke vijanden van de
Zeeklit zijn onder meer krabben en
zeesterren. De Zeeklit voedt zich door
het naar binnen werken van sediment,
waaruit vervolgens kleine diertjes van
al dan niet afgestorven resten van algen
en planten worden opgenomen. Een
andere manier is dat de ingegraven
dieren via een buis voedsel van het
sediment aan de oppervlakte vergaren
met behulp van uitgerekte buisvoetjes.
Het duurt twee tot drie jaar voordat
jonge zeeklitten geslachtsrijp zijn.
De bevruchting vindt plaatsin de
waterkolom, waarna vrijzwemmende
larven ontstaan. Dit stadium duurt
enkele weken en daarna ontwikkelen
de larven zich verder in de bodem,
totdat er na enkele jaren een volwas
sen imago ontstaat. Gemiddeld vindt
er slecht één keer per drie a vier jaar
succesvolle broedval plaats.Soms
spoelen zeeklitten massaal aan. Dat
gebeurt in het stormseizoen als in een
leefgebied de bodem aan erosie onder
hevig is. Maar ook visserij-activiteiten
kunnen duchtige schade aanrichten.
Hoewel opgegraven zee-egels zich in
snel tempo weer kunnen ingraven, is
de dynamiek van een flinke storm of
het geweld van de boomkorvisserij de
dieren vaak fataal.
ECHIN ODERMATA(STEKELHUIDIGEN)
NAAM
REFERENTIE
Amphipholis squamata
25
Wolff 1968
Asterias rubens
1
Wolff 1968
Astropecten irregularis
1
Wolff 1968
Echinocardium cordatum
1
Wolff 1968
Echinus esculentus
100
website Stichting Anemoon
Ophiothrix fragilis
1
Wolff 1968
Ophiura albida
1
Wolff 1968
Ophiura texturata
1
Wolff 1968
Psammechinus miliaris
1
Wolff 1968
Crossaster papposus
1
Wolff 1968
168
Jauna 'eeiandica