is ingevoerd, en wel zeer recent. In Nederland werd hij voor het eerst waargenomen in 2004, maar hij was al eerder in Europa. Hij werd in 1982 gemeld van de Franse Kanaalkust. Vanaf 1999 kwamen er ook meldingen uit Engeland. Inmiddels is hij ook in Noord-Amerika aangetroffen. In Zeeland is hij in 2004 op twee plaatsen aangetroffenNeeltje Jans en jachthaven Wemeldinge. Van elders in Nederland zijn ons (nog) geen waarnemingen bekend. De kolonievorm is een overgang tussen de solitair levende soorten en de echte kolonies zoals bij de soorten die hieronder besproken worden wordt aangetroffen. In de deze soort zakpijp zijn parasitaire of commensale roeipootkreeftjes gevonden. Heel opvallend is, dat in Europa vanouds een andere Perophora- soort voorkomt, namelijk P. listeri Wiegman, 1835. In de landen om ons heen is die soort niet zeldzaam, maar in Nederland wordt hij niet aangetroffen. Glanzende bolzakpijp Aplidium glabrum Verrill, 1871)) Een kolonie van deze soort bestaat uit een enigszins afgeplatte bol, dan wel één of meer afgeplatte lobben met een sponsachtig uiterlijk. De doorsnede van een kolonie bedraagt maximaal zo'n 10 cm, en de dikte ca. 3 cm. De bovenkant van die lobben is kaal, de zijkanten en basis veelal met sediment bedekt. De kolonies voelen opmerkelijk stevig en glad aan. De afzonderlijke dieren (zoïden) zitten dicht op elkaar, maar in een onregelmatig patroon. Ze zijn tussen 0,5 en 2 cm lang. Je kunt ze vrij gemakkelijk herkennen: over het hele oppervlak van de kolonie zitten onregelmatig gerangschikte gaatjes. Om ieder gaatje is een ringetje te zien van minder doorschijnend weefsel, ca. lmm in diameter. Als je beter kijkt, zie je dat ieder gaatje de opening vormt van een doorschijnend 'buisje'. Ieder buisje is een zakpijpje of zoide. De kolonies zijn halfdoorschijnend, geelroze van kleur en springen daardoor meestal duidelijk in het oog. Ze zijn opvallend glanzend De kleur kan egaal grijs of blauwgrijs zijn, maar vaak zijn ze geelbruin tot oranje, met een doorzichtig witte waas die gevormd wordt door de uitstroomopeningen van de zoïden. Als er larven in de kolonie aanwezig zijn, vallen die erg op vanwege hun fel rode kleur. De volgroeide larven zijn verder ook erg belangrijk bij onderscheiden van deze soort van andere Europese Aplidium- soorten. 183 'eefauna in 'Zeeiand

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 187