Verklarende woordenlijst Ampulla blaasvormige ruimte, met nauw begin en blind, wijd einde Atrium voorkamer, hartboezem; centrale holte voor kieuwen en filtratie (zakpijpen) Biomassa gewicht van organismen, meestal uitgedrukt in grammen per oppervlakte- of ruimte-eenheid Blastostyl gereduceerde poliep, waaraan door knopvorming de geslachtelijke generatie ontstaat, de hydromeduse (hydroidpoliepen) Boreaal noordelijk (niet arctisch - dat is een volgende zone) Carnivoor vlees (of vis) etend dier Chaetae borstels (enkelvoud chaeta) Chitine een stikstof bevattend polysaccharide (suiker), geeft stevigheid aan het pantser Commensaal vorm van samenleven van twee verschillende soorten organismen waarbij de ene soort voordeel geniet, en de andere niet benadeeld wordt Convex bolrond Detritus organisch afval van dode planten en dieren Diffusie geleidelijke verspreiding van deeltjes in een (ander) medium, uitbreiding Diploid zijn het in tweevoud voorkomen van alle chromosomen in de celkern (zie ook: haploid) Epidermis opperhuid Eulitoraal intergetijdengebied, dat periodiek droogvalt Exoot gewas of dier dat van oorsprong niet inheems is, maar van elders is ingevoerd Farynx (=pharynx) keel of keelholte Fotosynthese het proces waarbij met behulp van energie uit (zon)licht anorganische stoffen (koolstofdioxide en water) omgezet wordt in organische stof (glucose) en zuurstof. Fytoplankton plantaardig plankton Gameet geslachtscel; zaadcel of eicel Gastraal bij de maag behorend Genus geslacht, de kleinste taxonomische eenheid boven de soort, waarin de soorten samengebracht worden Gonade geslachtsklier Gonofoor (=gonophoor) gemodificeerde hydromeduse die geslachtsproducten loost maar nog vastzit aan de blastostyl (hydroidpoliepen) Gonopoor genitale opening (onder meer bij platwormen) 192 Jauna 5^'eeiandica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 196