met behulp van energie uit het zonlicht worden anorganische stoffen (koolstofdioxide en water) omgezet in organische stof (glucose) en zuurstof. Planten worden daarom autotroof (zelfvoedend) genoemd: zij hebben geen organische stoffen nodig die door andere organismen gemaakt zijn. Planten kunnen worden ingedeeld in hogereenlagereplanten.Hogereplanten hebben o.a. een echt wortelstelsel waarmee zij voedingsstoffen en water kunnen opnemen uit de bodem. In de Zeeuwse zoute wateren komen twee soorten hogere planten voor: Groot en Klein zeegras Zostera marina en Z. no/tii). Beide soorten zijn echter nagenoeg uit de Deltawateren verdwenen. Nu komt zeegras alleen nog voor in de Oosterschelde en het Veerse Meer (de Jong et al, 2004). Algen of wieren behoren tot de lagere planten. Destructuur waarmee de grotere wieren zich kunnen vasthechten lijkt wel een wortel, maar is dat niet. Het wier kan er geen voedingsstoffen mee opnemen uit de bodem. In het mariene ecosysteem staan de algen aan de basis van de voedselketens. Behalve koolstofdioxide en water hebben algen voor de groei ook fosfaat, Mosdierties. Schizomavella lined nitraat en silicaat nodig. Algen zijn er in vele soorten en maten. De grotere zijn bijvoorbeeld de bruinwieren, waarmee de bij laagwater droogvallende dijken vaak geheel bedekt zijn. De allerkleinste soorten zijn eencelligen zoals kiezelwieren. Zij vormen een deel van het fytoplankton. H et fytoplankton leeft in de waterkolom Op plaatsen waar voldoende licht tot op de bodem doordringt kunnen algen op de bodem groeien. Indeling naar trofisch niveau In een ecosysteem kunnen planten en dieren naar trofisch niveau ingedeeld worden. Dit zijn de opeenvolgende fasen van de voedselketens van een levensgemeenschap. Aan de basis van de voedselketens in zee staan de algen; zij worden de producenten genoemd. De algen worden gegeten door herbivoren primaire consumenten)De herbivoren worden weer gegeten door carnivoren (secundaire consumenten). Er kunnen nog meer niveaus van consumenten zijn met boven in het voedselweb toppredatoren zoals roofvissen (bijvoorbeeld de zeebaars Dicentrarchus labrax),visetendevogels (zoals de Middelste Zaagbek Mergus serrator)), bodemdierenetende vogels (Brilduiker Bucephala clangula)) en de visetende Gewone zeehond Phoca vitulina). De mens eet o.a. mosselen, oesters, kokkels en vis en daarom is Homo sapiens ook een toppredator. Bij elke stap in een voedselketen zal maar een deel (10 - 20 van de beschikbare stoffen en energie vastgelegd worden. Om te beginnen wordt niet alle beschikbare voedsel 18 Jauna '/^eeiandka

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 22