(zoals voorspeld in studies van het Waterloopkundig Laboratorium) zal moeten blijken. In dat geval zal overgegaan moeten worden tot afkoppeling van het voedselrijke polderwater. Plannen daartoe zijn reeds in de maak. Door de Katse Heule is een klein getij van ongeveer 10 cm ontstaan. Dat lijkt weinig, maar hierdoor is een in potentie waardevol intergetijdegebied van vele hectares ontstaan. Momenteel wordt gekeken of het peilbeheer niet aangepast kan worden, zodat in de winter eenzelfde peil wordt gehanteerd als in de zomer. Dit onder meer ten behoeve van een stabielere ontwikkeling van de levensgemeenschappen op die delen, die nu 's winters droog komen te liggen. Grevelingenmeer In 1965 werd de Grevelingendam aangelegd. De verbinding met de grote (zoete) rivieren werd afgesloten en het estuarium veranderde tijdelijk in een zeearm tot in 1971 de Brouwersdam het gebied afsloot van de zee. Het water kende vanaf toen geen getij meer en werd een voor Nederland uniek stilstaand meer met zout water. De slikken en schorren vielen voorgoed droog. Na 1971 werd het meer steeds zoeter door een overschot aan neerslag en door het lozen van zoet polderwater in het meer. De planten en dieren leden daaronder. In 1979 is een sluis in de Brouwersdam gebouwd zodat er weer zout zeewater binnen kon worden gelaten. In 1986 heeft men definitief besloten het meer zout te laten. Het Grevelingenmeer is nu een matig voedselrijk meer met helder water, omdat er slechts een geringe belasting van voedselrijk polderwater is. De laatste jaren is het doorzicht afgenomen. Nog niet duidelijk is, wat de oorzaak is. Het zoutgehalte is hoog. Gestreefd wordt naar een zoutgehalte van minimaal 16 g Cl/1 en dat wordt ook ruimschoots gehaald. Een belangrijk probleem in het meer is stratificatie in een warme zomer (gelaagdheid in het water door verschillen in zoutgehalte en temperatuur). Dit komt voornamelijk voor in het westen, met name in de diepe put bij Scharendijke. Tijdens stratificatie ontstaat in de diepere delen zuurstofloosheid met alle gevolgen van dien voor de levensgemeenschap. Door middel van het inzetten van de sluis in de Brouwersdam wordt geprobeerd de stratificatie en met name de zuurstofloosheid van de diepere delen tegen te gaan. Daarnaast wordt overwogen de hevel in de Grevelingendam in gebruik te nemen. In 2002 zijn de mogelijkheden onderzocht. Doorspoeling van oost naar west zal een gunstige invloed kunnen hebben op de zuurstofhuishouding en de stratificatie. 32 Jauna Jeeiandka

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 36