medewerker aan het tweede deel, waarin met name de weekdieren ter sprake kwamen. Blijkbaar hebben ook buitenlandse waarnemers hier in Zeeland onderzoek gedaan, gezien de namen van bijvoorbeeld J.B. de Lamarck en Th. Brown. En hier komen ook de beroemde namen te voorschijn van Zeeuwse onderzoekers als Job Baster, Leendert Bomme en Martinus Slabber. Wij mogen ons gelukkig prijzen, dat wat zij aan onderzoek deden, bewaard is gebleven. Latere onderzoekers konden gebruik maken van hun observaties, en die verder aanvullen en verbeteren. En nog steeds bouwen wij voort op hun werk. Job Baster (1711-1775) Job Baster werd geboren in Zierikzee, op 2 april 1711. Zijn vader overleed toen Job nog heel klein was. De zorg voor het gezin was erg zwaar voor zijn moeder. Hij werd verder opgevoed door de zuster van zijn vader, die in Rotterdam woonde. Daar bezocht hij de Latijnse school. Job was zeer begaafd. Op 13 september 1728 werd hij student in de Medicijnen te Leiden. Hij had daar onder anderen Herman Boerhave als docent. Met Boerhave sloot hij vriendschap en hij bezocht hem regelmatig in Boerhave's buitenverblijf, Oud-Poelgeest. Op 31 mei 1731 promoveerde Baster. Alvorens zich te vestigen bezocht hij eerst Parijs en Engeland. Hij sprak, behalve uiteraard Nederlands en Latijn, dank zij zijn goede contacten met buitenlandse studenten ook behoorlijk Frans, Duits, Engels, Zweeds en Italiaans. In 1732 vestigde Baster zich als geneesheer in zijn geboortestad Zierikzee (aan de Oude haven). In Schuddebeurs had hij een buitenplaats "Buitenzorg". In zijn tuin kweekte hij planten voor huishoudelijk en geneeskundig gebruik. En in de vijvers Chinese Goudvissen. Deze vissen zijn door hem in Nederland gebracht (een vroege introductie van een exoot!). Als medicus was Baster geliefd maar streng. Als je zijn voorschriften niet stipt opvolgde kwam hij niet terug. Hij hechtte ook zeer aan hygiënische maatregelen. Baster had een brede belangstelling. Hij heeft talloze onderzoekingen op zijn naam staan, over uiteenlopende onderwerpen als het nuttig en schadelijk gebruik van opium, of over zwaarlijvigheid, de bereiding, de werking en het nut van sommige hier nog weinig in gebruik zijnde geneesmiddelen. Hij deed ook meteorologische waarnemingen, en voerde een, overigens mislukte, proef uit over het vermenigvuldigen van tarwe. 37 Zeefauna in Zeeland

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 41