diverse zeedieren zijn beter. Een belangrijke waarneming deed hij over zeeslakjes, waarschijnlijk een aanvullingop waarnemingenvan Baster. Hij verwondert zich steeds weer over "een zoo verwonderlijk konsttuig"Zo weinig wisten we van deze wezens, zegt hij, "er moesten eerst vergrootglazen worden uitgevonden om dit alles goed gewaar te worden". Leendert Bomme verzamelde een kring mensen, geïnteresseerdinnatuurwetenschappen, om zich heen. Aan zijn bezielende persoonlijkheid was het te danken, dat de invloedrijke regent J.A. v.d. Perre deze kring een officiële status gaf en omzette in het Natuurkundig Gezelschap. Naast Bomme waren nog 4 docerende leden, allen predikant. In de 18e eeuw komt een stroming op die zich ten doel stelt door middel van natuuronderzoek het christelijk geloof te verdedigen (physico-theologie). Heel wat achttiende-eeuws natuuronderzoek staat met deze doelstelling in verband. Bomme's enthousiasme ging veel dieper dan dat van Slabber. Van 1768- 1771 was hij regelmatig met onderzoek bezig. Daaruit vloeide een viertal publicaties in de Verhandelingen van het Zeeuws Genootschap voort. De drie genoemde Zeeuwse onderzoekers kenden elkaar goed en hadden veel gemeen. Zij waren bovendien alle drie sinds 1768 lid van het Zeeuws Genootschap. Job Baster fungeerde als inspirator van de anderen. Slabber en Bomme hadden beide op zijn aandringen de mariene organismen tot onderwerp gekozen. Ze beoefenden die studie intensief. Ze bezochten regelmatig samen het strand en verzamelden onderzoeksmateriaal. Bomme bezat een buitenhuis aan zee en woonde dus ideaal voor zeedieronderzoek. Martinus Slabber (1740-1835) Martinus Slabber werd in 1740 in Middelburg geboren. Hij kreeg een goede opleiding en bekleedde al snel allerlei belangrijke functies. Hij was enige tijd Burgemeester van Goes. Zijn interesse voor natuurwetenschappen blijkt in de eerste plaats uit zijn pogingen zelf vogels op te zetten. Na veel experimenteren samen met een apotheker vond hij een preparaat waardoor hij vogels kon opzetten. Hij vertelde daarover, dat hij de houdingen zo natuurlijk mogelijk wilde laten zien. Daarvoor moet men een goed tekenaar zijn. Dat was hij dan ook. En bij zijn verdere natuurkundige publicaties tekende hij voortreffelijke illustraties. In navolging, en waarschijnlijk zelfs op aanraden van Job Baster schreef hij een serie artikelen onder de titel "Natuurkundige Verlustigingen". Zij werden in 18 stukjes met gekleurde platen erbij uitgegeven te Haarlem. Daarbij zijn de tekeningen niet altijd door hemzelf gemaakt, hij gaf daarvoor overigens wel opdrachten aan twee schilders in Middelburg. Net als Job Baster, droeg ook Martinus Slabber zijn stukjes op aan beroemde en geleerde tijdgenoten. Het eerste stukje werd "met zeer veel hoogachting opgedragen aan Johan Adriaan van de Perre, "Heer van Nieuwerve en Welsinge, Representerende zijne Doorluchtige hoogheid de Heere Prinse van Oranje en Nassau, als eerst edele van Zeeland in de respective 39 Zgefauna in ü^eeland

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 43