Het Natuurkundig Genootschap der Dames
In 1785 besloot het Natuurkundig Gezelschap om enige dames uit te nodigen voor
een natuurkundig college. Dit initiatief resulteerde uiteindelijk in de oprichting van
Het Natuurkundig Genootschap der Dames te Middelburg op 6 augustus 1785. De
echtgenote van v.d. Perre en enkele andere dames vormden het bestuur.
Of de dames onderzoek deden, door op het strand de vloedlijn te bekijken en
vondsten mee te nemen om die onder de microscoop te onderzoeken is niet bekend. In
eerste instantie was het de bedoeling van dit genootschap om meer kennis te krijgen.
Er werd een docent aangesteld in "deproefondervindelijke Natuurkunde", de pre
dikant C.H.D.Ballot. Deze Ballot was de grootvader van de bekende meteoroloog
Buys Ballot.
Vanwege de beperkte ruimte die als klaslokaal beschikbaar was, beperkte men zich
tot 40 leden.
In zijn openingswoord benadrukte Van de Perre nog eens het doel waartoe het genoot
schap was opgericht: "Kennis te nemen van die wetenschap die meer dan welke
andere wetenschap eenig inzien in de Grootheid en Wijsheid van de Schepper geeft.
En eigenlijk fungeerde het Natuurkundig Genootschap niet alleen als bevorderaar
van zuivere wetenschap, maar ook als adviesorgaan (avant la lettre) voor de overheid
of hiermee nauw verbonden lichamen.
vergaderingen van de Provincie en
van den eilande Walcheren, directeur
van het Vlissingsch Genootschap ter
bevordering van Nuttige kunsten en
Wetenschappen enz. enz.
Ook de volgende stukjes droeg Slabber
op aan belangrijke personen in zijn
omgeving. Dat waren diverse mensen
met een openbare functie, waaronder
enkele edele vrouwen. Maar ook Job
Baster viel deze eer te beurt, waarbij
hij bedankt werd voor zijn nuttige
aanmoedigingen, en ook werd nog een
stuk opgedragen aan Leendert Bomme,
medelid van het Zeeuwsch genootschap
der Wetenschappen te Vlissingen.
Slabber zocht actief het gezelschap
van andere wetenschappers en was
lid van de keizerlijke Duitsche
Leopoldinische Carolinische
Akademie der Natuuronderzoekers,
van de Hollandsche Maatschappij
der Wetenschappen te Haarlem en
van de Zeeuwsche Maatschappij der
Wetenschappen te Middelburg.
In het werk van Slabber staan
veel figuren van soorten die vóór
hem niet waargenomen waren.
Zijn beschrijvingen zijn tamelijk
oppervlakkig en wetenschappelijk
gezien onvoldoende, maar zijn werk zal
in de geschiedenis van de wetenschap
altijd belangwekkend blijven. Hij
schreef onder meer over diverse kwallen
en noemde daarbij een Parelkwal, een
dier dat in onze wateren tegenwoordig
maar heel weinig gezien wordt. En ook
hij beschreef, net als Baster, de zeemuis
40
fauna ifeefandica
