In België werd veel onderzoek gedaan in die tijd, echter ook niet zonder belang voor de economie. Ons land liep bepaald niet voorop bij de ontwikkeling van het onderzoek van de zee. Nederlandse universiteiten en Hogescholen hadden nauwelijks enige belangstelling voor de bezigheden van kapiteins en stuurlui bij de koopvaardij; zij concentreerden zich op de marine. In Zeeland hadden we inmiddels Buys Ballot, die een meteorologisch instituut oprichtte en veel wetenschappelijk onderzoek deed, echter niet naar het leven in het water. Verder werd het onderzoek in de Zeeuwse wateren in eerste instantie ter hand genomen vanwege grote commerciële belangen voor de schelpdiervisserij. De Nederlandsche Dierkundige Vereeniging Tot ver in de 19e eeuw was in de Zeeuwse kustwateren, behalve door Job Baster, Leendert Bomme en Martinus Slabber nog uiterst weinig onderzoek gedaan. Een belangrijke ontwikkelingwas,datdeNederlandsche Dierkundige Vereeniging (NDV) zich ging bemoeien met het onderzoek in de Deltawateren. De NDV gaf ook een eigen tijdschrift uit. En in 1876 werd een verplaatsbaar zoölogisch station in gebruik genomen. Een flexibel veldstation Dit veldstation stond in 1877 en 1884 in Vlissingen. Voor het ondernemen van excursies stonden vaartuigen van het loodswezen te Vlissingen ter beschikking. In 1881 en 1883 stond het kuststation bij de Oosterschelde. Waarschijnlijk schaamde men zich tegenover de Noren, de Denen, de Engelsen en de Duitsers. Onderzoekers uit deze landen hadden al uitmuntende verslagen over kust- en zeedieren geschreven. In ons land moest alles nog van de grond komen. Op alle punten, beginnend in 1876 in het noorden, werd van toen af stelselmatig onderzoek gedaan. Er is gezocht en verzameld, pelagisch gevist en gedregd. In het tijdschrift van de NDV kunnen we lezen over de onderzoekingen aan de zeefauna. De oestercultuur onderzocht Supplement deel 1 van het tijdschrift der NDV was gewijd aan het verslag van de onderzoekingen die betrekking hadden op de oestercultuur. Men vindt hierin het onderzoek dat in de Oosterschelde gedaan werd vanuit het zoölogisch station der NDV. Dit station was eerst gevestigd op een terrein van oesterkwekerij van de Meulmeester te Bergen op Zoom. Het 2e jaar lag het bij de oesterkwekerij van Swaan en Dorrepaal en het 3e jaar tot slot bij de heren Waghto en zoon op Tholen. Tevens kon men gebruik maken van een loodsje, dat aan de inrichting voor Oosterscheldecultuur der Wemeldingsche Compagnie toebehoorde. Men wilde tot een nauwkeurige kennis komen van de levensvoorwaarden van de oester. Er werden waarnemingen gedaan met betrekking tot de temperatuur van het water en de loop van de stroming. En zoals men bedenken kan, is iedere oesterbank een leefgemeenschap. 42 Jauna xj'eetandica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 46