Taxonomieën systematiek
rRQ^> Leewis
Taxonomie, we zeggen het maar
meteen, is geen tak van de wetenschap
die in hoog aanzien staat. Je kunt er
geen eer mee inleggen - denkt
men -, je kunt geen grootse ontdek
kingen doen, het is niet moeilijk,
alleen maar saai, kortom, je kunt er
je wetenschappelijke kwaliteiten niet
in kwijt. Denkt men. Onterecht. In
werkelijkheid is de taxonomie een
zeer belangrijke wetenschappelijke
discipline, eentje waar we niet zonder
kunnen. Men is geneigd te denken:
wat kun je daar nou verder mee,
als je weet wat soort A van soort B
onderscheidt? Maar hoe zouden we
biologie of ecologie kunnen bedrijven
als we niet weten over welke soorten
of gemeenschappen we het hebben?
Dat is waar de taxonomie zich mee
bezig houdt: op welke manieren kun
je onderscheid maken tussen soorten
en groepen? En dat was oorspronkelijk
misschien niet zo ingewikkeld: als je
maar naar de juiste kenmerken kijkt,
kun je soorten best van elkaar onder
scheiden. Daarvoor zijn in de loop van
de tijd steeds ingewikkelder methoden
ter beschikking gekomen. Eerst had
men alleen een loepe, vervolgens een
microscoop en inmiddels wordt zelfs
van gen-technieken gebruik gemaakt.
Bij dit alles is het natuurlijk van belang
dat we het erover eens zijn wanneer je
een soort een soort noemt. De basis
daarvoor is nog steeds, dat echte
soorten in principe niet met elkaar
kruishaar zijn. Geen enkel systeem is
echter perfect: hybridisering (het ont
staan van tussenvormen tussen twee
soorten) treedt soms in de natuur op, al
kunnen hybriden vaak geen nakomelin
gen krijgen. Maar in een laboratorium
kunnen de vreemdste experimenten
worden gedaan. En dat kan leiden tot
heel andere ideeën over soortvorming.
Zo kon in Engeland dr. Williamson
met proeven met larven aantonen, dat
de evolutie soms sprongen kan maken
van de ene soort naar de andere.
In direct verband hiermee - en deels
overlappend - staat de systematiek:
daarin vraagt men zich af hoe je de zo
veelvormige dieren- en plantenrijken
moet indelen. Wat voor evolutionaire
verbanden zijn er te vinden; soms zijn
er soorten die veel op elkaar lijken,
maar op verschillende continenten
leven. Vaak blijkt er dan in een ver
geologisch verleden een verbinding
geweest te zijn tussen de twee leef
gebieden. En dan komen we al op het
terrein van de biogeografie.
Om inzicht te krijgen is de mens al
vroeg begonnen planten en dieren in
te delen. De eerste indeling was waar
schijnlijk een simpele: gevaarlijke
en niet gevaarlijke planten en dieren;
en ook, natuurlijk: eetbare en niet
eetbare, of zelfs giftig. Later kwam
48
Jauna 'eeiandica