niet gemakkelijk te zien daar ze zich papillen met een enkele grote opening in de oksels van de uitlopers bevinden. (uitstroompapillen) en papillen zonder Dit is een zustersoort van de Gewone duidelijke opening (instroompapillen broodspons, die geen onregelmatige met microscopisch kleine uitlopers heeft, maar meer solide instroomopeningen). De papillen takken en pijpjes. Het is niet altijd geven toegang tot een gangenstelsel gemakkelijk om de Sliertige en de dat door de spons in het kalksubstraat Gewone broodspons te onderscheiden wordt geëtst. Door de schelp waarin de tenzij ze beide op dezelfde plek worden spons zit te splijten kan men dit gele aangetroffen. De Sliertige broodspons of oranje gangenstelsel gemakkelijk heeft een voorkeur voor goed zichtbaar maken. De gangen zijn doorstroomde sedimentrijke wateren, ca. 1.5 mm in doorsnede en op hun terwijl de Gewone broodspons helder knooppunten ontstaan grotere kamers, stromend water prefereert. Beiden zijn Soms worden de papillen aan de algemeen in de getijdenzone. buitenzijde van het kalksubstraat met elkaar verbonden door een dunne sponskorst. Het kalksubstraat is in dat geval reeds vergaand 'verteerd' en de spons gaat er 'normaal' uitzien. Elders in West Europa groeien de boorsponzen nog een stadium verder uit tot massieve gele ballen die nog wel het papillenpatroon aan de oppervlakte laten zien maar geen kalksubstraat meer De Boorspons bevatten. De Boorspons is algemeen in Cliona celata, Grant, 1826) is in West-Europa en wordt ook van vele Zeeland te herkennen aan gele ronde andere delen van de wereld gemeld, papillen die uit een kalkhoudende wellicht omdat de soort via oesters ondergrond steken, vooral wordt verspreid. Of dit steeds onze oesterschelpen, maar ook schelpen van Boorspons betreft is onzeker, want er mossels en muiltjes. Ook vind je hem zijn tientallen soorten boorsponzen wel in de oude zandstenen blokken die beschreven en identificatie is niet altijd vroeger dienden als dijkbescherming. eenvoudig. Afhankelijk van de grootte van het kalkobject kunnen er tientallen De Geweispons regelmatig verdeelde papillen te (Haliclona oculatct (Pallas, 1766)) zien zijn. De papillen zijn maximaal is een elegante vertakte spons, met ongeveer een halve cm in doorsnede en een roze-bruine of geel-bruine kleur, steken maximaal ongeveer een halve Hij kan wel 30 cm hoog worden en cm in doorsnede en steken maximaal de takken zijn doorgaans enigszins ongeveer een cm boven het oppervalk afgeplat. Bij aanraking voelt hij zacht uit. De nauwkeurige beschouwer ziet aan en het oppervlak ziet er fluwelig uit. 'Jaunu 'x^efandica oorspons

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 62