Er zijn nog enkele soorten te noemen
die gerapporteerd zijn uit Zeeland maar
niet recentelijk zijn waargenomen:
De Amerikaanse buisjesspons
(iChalinula loosanoffi (Hartman,
1958)), ook wel bekend als Ha/iclona
loosanoffi en Acervochalina
loosanoffi, vormt een bruin groepje
buisjes op een korstvormige basis.
De spons is heel zacht, fragiel, en
het oppervlak heeft een pukkelig of
enigzins harig aspect. De buisjes zijn 2-
3 cm hoog en ong. 0.5 cm in doorsnee
en een groepje heeft een afmeting
van max. 7-8 cm. De Amerikaanse
buisjesspons is zeer waarschijnlijk
geïmporteerd met jonge
oesters, maar is al uit de Oosterschelde
bekend sinds 1887. Rapportages uit
1940, 1956 en 1975 wijzen erop dat hij
lange tijd in Nederland heeft kunnen
voortleven, maar de laatste 20 jaar zijn
geen exemplaren gemeld. De soort is
hier dus zeldzaam of uitgestorven. Hij
heeft een voorkeur voor oesters en door
de mens gemaakte constructies als
havenpalen. Larven zijn waargenomen
in oktober. In de winter sterft hij af en
overwintert met gemmulae, resistente
bolletjes cellen in een jasje van
hoornachtig materiaal.
De Harige zakspons
Sycon scaldiense (van Koolwijk,
1982)) is een zustersoort van de
Zakspons en sterk erop gelijkend.
Hij heeft echter heel lange afstaande
spicula, waardoor hij een sterk 'harig'
aspect heeft. De enige bekende
verspreiding van deze soort zijn enkele
plekken in de Oosterschelde,
waardoor het vermoeden bestaat dat het
een met oesters geïmporteerde soort is.
Hij is niet recent gerapporteerd.
De Rose kussenspons
(Haliclona rosea (Bowerbank, 1866))
vormt roze of lichtbruine korstjes met
licht verhoogde uitstroomopeningen.
Het is een algemene soort in Frankrijk
en Engeland, maar slechts een enkele
keer gemeld uit de Oosterschelde.
De Urnspons (Haliclona urceolus
(Rathke and Vahl, in Müller, 1806))
is een opvallend bruin sponsje dat een
heel karakteristiek gesteeld buisje of
een groepje buisjes vormt. Het is een
noordelijke soort die slechts een enkele
keer uit de Oosterschelde gemeld is.
Tenslotte kan nog worden gemeld dat
elders in Nederland nog enkele sponzen
zijn waargenomen als strandvondst, in
de Waddenzee, of op het Nederlands
deel van de Noordzeebodem. Hetbetreft
hier de kalkspons Clathrina coriacea,
de vijgspons Suberites virgultosus, een
kussenspons Amphilectus lobatus en
een vertakte spons Raspailia ramosa.
63
Zeefauna in Zeeland