Bloemdieren
vormt de klasse der Siphonophora een
groep van kolonievormende dieren
geheel aangepast aan pelagische
levenswijze en met een aanzienlijke
specialisatie onder de verschillende
individuen (aanpassing aan drijven,
zwemmen, voeding, voortplanting,
etc.)- Deze laatste groep wordt in
dit boek niet behandeld, evenmin
als de Cubozoa, omdat ze niet tot de
Nederlandse fauna behoren.
Bloemdieren zijn, bijna allemaal,
vastzittende neteldieren.
De basisvorm bestaat uit een
(gewoonlijk dubbelwandig)
kokertje met aan de bovenzijde een
mondopening, die tevens uitscheidings
opening is, waaromheen vangarmen
staan.
Aan de andere kant bevindt zich,
tegenover de mondopening, in de
meestegevalleneenvoetschijfdieopeen
substraat gehecht zit. Het kokertje zou
zonder de voortdurende waterdruk, die
door zweepharen gehandhaafd wordt,
in elkaar zakken. Deze zweepharen
bevinden zich in speciale orgaantjes in
de mondopening. In het lichaam, het
kokertje, bevinden zich tussenschotten
die de constructie verstevigen. Zij
reiken vanaf de mondschijf al of niet
tot aan de voetschijf en dienen tevens
als aanhechtingsplaats, o.a. voor de
voortplantingsorganen. In vele groepen
bloemdieren komt skeletvorming voor,
door middel van calciumcarbonaat of
van hoornachtige stoffen. Daarbij kan
de symbiose met kleine algjes van
overheersend belang zijn. Geen van de
Nederlandse soorten bloemdieren bezit
echter zulke algjes inz'n weefsels.
Vermoedelijk krijgen soorten met
symbiontischc algjes bij ons geen kans
door het meestal troebele water.
Bloemdieren kunnen al of niet in
kolonie-vorm bestaan. Het begrip
kolonie wordt hier in de breedst
mogelijke betekenis bedoeld;
de individuele poliepen kunnen
bijvoorbeeld met elkaar vergroeid zijn
of vrij van elkaar staan.
Schattingen van het aantal soorten
bloemdieren dat wereldwijd is
beschreven lopen uiteen van 5000 en
6500.
Van Nederland zijn 21 soorten gemeld,
waarvan 12 inheems. De bloemdieren
kunnen verdeeld worden in twee
onderklassen: Hexacorallia (zesstralige
bloemdieren) en Octocorallia
(achtstralige dito). Niet alle geleerden
zijn het eens met deze indeling.
Onze enige inheemse achtstralige
is een zacht koraal, dodemansduim.
De overige inheemse Nederlandse
bloemdieren behoren tot twee ordes
van de zesstraligen: Actiniaria
(zeeanemonen) en Ceriantharia
(kokeranemonen, één soort).
68
wunemoon
Jauna ^eedancfica