ingetrokken poliepjes aan een vinger of hand denken die een poos in het water heeft gelegen. Vandaar de naam 'Dodemansduim'. Wanneer één poliep wordt verstoord trekken alle poliepjes van een kolonie hun tentakels in. Bij ons is verwarring met andere soorten uitgesloten. Buiten Nederland dient men rekening te houden met verwante soorten die grote gelijkenis kunnen vertonen. Dodemansduim leeft van plankton dat door middel van de tentakels uit het water gefilterd wordt. Welke soorten plankton bij voorkeur worden gevangen is niet bekend. Het dieet van een nauw verwante en sterk gelijkende soort in Noord-Amerika, Alcyonium siderium, is wel bekend. De laatstgenoemde soort heeft een voorkeur voor larven, vooral van zakpijpen, en voor kiezelwieren (zie ook Roushdy, 1961 over onze Dodemansduim). Veel kleiner materiaal dan wat bijvoorbeeld de Zeeanjelier bij voorkeur vangt! Zolang het precieze dieet van een diersoort niet bekend is, kan niet uitgemaakt worden welke dieren voedselconcurrenten zouden kunnen zijn. Er zijn periodes waarin een kolonie in rusttoestand verkeert. Dat gedrag is onderzocht in de Ierse Zee (Hartnoll, 1975). Alle tentakels zijn dan ingetrokken. In die periodes kunnen algen en bijvoorbeeld hydroidpoliepen gebruik maken van de Dodemansduim als substraat. Vlokreeften bouwen vervolgens gangetjes, waardoor het geheel als het ware aan elkaar geplakt wordt en op zijn beurt weer een nieuw substraat vormt voor andere dieren en planten. De Dodemansduim kent twee manieren van voortplanting. Een kolonie wordt gevormd door ongeslachtelijke voortplanting. Daarnaast treedt tussen verschillende kolonies geslachtelijke voortplanting op. De kolonies Dodemansduim zijn tweehuizig. In december en januari worden geslachtscellen in het water losgelaten. Na de bevruchting ontstaat een vrij zwemmende planula (larve). Na enkele dagen tot weken zakt de planula naar de bodem, waar deze zich vastzet en kan uitgroeien tot een nieuwe kolonie. Door een lange verblijftijd in het plankton, kan de soort zich over grote afstand verspreiden. Dodemansduim leeft op hard substraat zoals rotsen, stenen en schelpen. Maar ook op een kleibodem kunnen kolonies voorkomen. Er zijn gevallen bekend dat Dodemansduim zich gevestigd heeft op door een heremietkreeft of door een slak bewoond slakkehuis, zoals van de wulk en de noordhoren. Dodemansduim bewoont grote delen van het continentale plat van de oostelijke Atlantische Oceaan, van Portugal tot en met Noorwegen en IJsland. Hij is vanaf net onder de laagwaterlijn tot op 100 meter diepte te vinden, bij voorkeur in sterk stromende wateren. In het ooiiepen Dodemansduim ■■■HMMHflnai pauna l^eefandica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2005 | | pagina 74