ZWARTE
HEIDELIBEL
Sympetrum danae
Mannetje
Rienk Geene
Deze kleinste heidelibel is kort na het uitsluipen
nog opvallend geelgroen. De mannetjes worden
na verloop van tijd steeds zwarter, tot ze uit
eindelijk helemaal zwart zijn. De wijfjes blijven
ongeveer voor de helft geeloranje. Ook deze soort
heeft een formidabel zwerfvermogen en kan als
volwassen individu vrijwel overal worden aan
getroffen. Door de talrijkheid van deze soort op
de zandgronden van Brabant kan de influx aan
individuen zeer aanzienlijk zijn. Het is daardoor
het beste voorbeeld van een soort waarbij het
verspreidingsbeeld op de hier gepresenteerde
stippenkaart lat zien dat de soort over de hele
provincie verspreid voorkomt. Een stippenkaart
met alleen de voortplantings-plaatsen in Zeeland
zou een heel ander beeld laten zien, namelijk dat
de soort zich hier weinig voortplant. De versprei
ding van de Zwarte heidelibel op Europees nivo
ligt met name ten noorden en ten oosten van
Nederland.
BIOTOOP
De Zwarte heidelibel is bij uitstek een soort van
hoogveen en vennen, en wordt vooral gevonden
in wateren zonder (roofjvis. De eieren worden bij
voorkeur op veenmos of op opdrogende veen
grond afgezet. Deze soort kan echter in lage aan
tallen ook in allerhande andere wateren worden
aangetroffen, zoals in laagveenmoeras. Dit is het
biotoop dat nog het meeste lijkt op sloten in het
cultuurlandschap.
GEDRAG
De Zwarte heidelibel vliegt veel over droge heide
gebieden, aangrenzende dennenbossen en ven-
1 24 Fauna ZccLmdica