II
bi vii
W L M -
•<AX>
;r
wk 20
451 waarnemingen
40 50
oktober december
.1
weinig kritische soort qua biotoopkeuze, maar
de verspreiding binnen Zeeland laat een afwij
kend beeld zien. Het lijkt beslist geen soort, die
overal te vinden is waar water is. Afgezien van de
zandgebieden, de duinen en de grensstreek van
Zeeuws-Vlaanderen, wordt de Blauwe glazen
maker nog het meest waargenomen in stedelijk
gebied. Twee oorzaken kunnen daarvoor verant
woordelijk zijn. Enerzijds is het goed mogelijk dat
larven of eieren van de soort worden aangevoerd
met waterplanten die voor vijvers worden aange
kocht. Anderzijds behoren juist kunstmatige vij
vers tot de zeer schaarse wateren in de Zeeuwse
polders die echt 365 dagen per jaar puur zoet
water bevatten.
De verspreiding buiten de genoemde gebieden
suggereert dat de Blauwe glazenmaker zware
kleigronden mijdt en een voorkeur heeft voor een
parkachtige omgeving met omvangrijke hout
opstanden. Dat alles klopt redelijk goed met de
bestaande literatuur, maar de sterke zoutmij-
dendheid van de soort, die door het kaartbeeld
wordt gesuggereerd, is een betrekkelijk onbekend
gegeven.
De populatie in Oost-Zeeuws-Vlaanderen kan een
overloop zijn van de populatie op de aangren
zende zandgronden. Het lijkt er echter meer op
dat Blauwe glazenmaker vooral op het voormalig
eiland Kloosterzande, zowel qua bodem als waar
het gaat om biotoopeisen, meer van zijn gading
vindt dan elders in de provincie.
0 5 1015 Kilomeiers
Vroegste waarneming 30 mei (2003), laatste waar
neming 6 november (2005).
Mannetje
Lideffen in Zeefand 135