GROENE
GLAZENMAKER
Aeshna viridis
I
Lueien Calle
mm*
"v-
BIOTOOP
IN ZEELAND
Mannetje
Dit is een mondiaal bedreigde soort die een Oost-
Europese verspreiding heeft, tot diep in Siberië.
De populaties in Nederland liggen in de uiterste
westpunt van het hele verspreidingsgebied van
deze soort. Het is een zeldzame soort, die overal
sterk achteruit is gegaan. Op de Rode Lijst heeft
ze de status 'bedreigd'.
Het borststuk is bijna helemaal groen met slechts
smalle zwarte streepjes. De mannetjes hebben
licht blauw gekleurde ogen en blauwe vlekjes op
het achterlijf. De vrouwtjes hebben geen blauwe
kleuren en alle lichtere delen zijn groen.
De Groene glazenmaker plant zich voort in dichte
vegetaties van Krabbescheer. Deze worden in
Nederland meestal in de laagveengebieden
aangetroffen. Doordat het oppervlaktewater in
grote delen van Zeeland meestal tenminste iets
brak is, en Krabbescheer aan zoet water gebon
den, zijn deze vegetaties in Zeeland altijd al
Graan* glazenmaker
1-2
3-10
zeldzaam geweest. Krabbescheer kwam vóór de
watersnoodramp van 1953 wel voor in de zoete
watergangen in het zuiden van Zeeuws-Vlaan-
deren. Of de Groene glazenmaker destijds daar
ook voorkwam is onbekend, en nu onmogelijk te
achterhalen. Inmiddels is Krabbescheer ook hier
volledig verdwenen. Als vijverplant is deze soort
wel populair, maar deze minibiotoopjes zijn te
klein om een populatie Groene glazenmakers te
huisvesten.
Zeer zeldzaam, alleen als zwerver, of aangevoerd
met vijverplanten.
Gezonde populaties Groene glazenmakers zijn
ver van Zeeland verwijderd, de dichtst bijzijnde
in de laagveengebieden nabij Delft en ten oosten
van de Biesbosch. In België werd de soort nog
nooit vastgesteld. De kleine populaties in Mid
den-Brabant verdwenen al voor 1990. De meest
dichtbijgelegen voortplantingsgebieden zijn de
laagveengebieden in Zuid-Holland. In Zeeland
zijn slechts 2 waarnemingen bekend: in 1996 bij
IJzendijke (1 ex.) en de Spaarbekkens in de Braak
man (1 mannetje). Er zijn twee denkbare verkla
ringen voor deze waarnemingen: transport
van larven via handel in vijverplanten of
zwerfgedrag van de volwassenen. Bij
IJzendijke werd inderdaad een vijver
met Krabbescheer-planten aangelegd,
waardoor de optie van larventrans-
port via planten zeer waarschijnlijk is
geworden.
1 40 Fauna Zeefandica