0 I.I. 4É 1 I I T GEDRAG 10 6 waarnemingen 5 wk 10 20 30 40 maart mei juli oktober V Nederland uitzwermt. Langs de hele Nederlandse kust werden verhoudingsgewijs veel waarne- mingen gedaan in de periode 1990 - 1997. Na de invasie van 1995 handhaafde de soort zich gedurende enkele jaren op meerdere plaatsen in Nederland. BIOTOOP De Zuidelijke glazenmaker wordt onder andere gevonden in duinvalleien met grasland waar de waterstand tot aan het maaiveld reikt. Deze soort vliegt bij voorkeur boven ondiepe, verlandende plasjes met een lage, open vegetatie van Zee groene rus, biezen of Riet. Het is de enige soort die voor de voortplanting geen open water nodig heeft, maar slechts dras sig grasland, waar wel wat water tussen pollen gras of riet aanwezig is. Verlandende en moeras sige oeverranden hebben de voorkeur, liefst in combinatie met de luwte van een bosrand. De larve verdraagt wel brak water, maar minder dan die van de Paardenbijter. De soort kan zich in warme jaren flink uitbreiden en is in staat om een geschikt biotoop snel te vinden. De Zuidelijke glazenmaker leeft tamelijk onopvallend en vliegt rustig en laag over de vege tatie. Deze wat trage vlucht lijkt soms op die van een Keizerlibel. Vrouwtjes zitten veel verscholen in de oeverbegroeiing of de aangrenzende bosjes. De mannetjes vliegen soms tussen de Paardenbij- ters. Opvallend in goed licht is de veel blauwere kleur van de mannetjes, waardoor ze mij in het geval van de waarnemingen nabij Fort den Haak en op de Schotsman ook direct opvielen. In 1997 Mannetje Libellen in Zeeland 1 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2007 | | pagina 151