werd hier waargenomen dat in hetzelfde terrein tijdens de ochtend de Paardenbijter actief was en in de middag de Zuidelijke Glazenmaker, terwijl opvallend genoeg andere auteurs juist het tegen overgestelde beschrijven. Dit geeft aan dat we altijd voorzichtig moeten zijn met het trekken van conclusies uit (enkele) eigen waarnemingen; niet het tijdstip van de dag, maar een andere factor, bijvoorbeeld luchtvochtigheid of temperatuur, is sturend voor de mate van activiteit van beide soorten. In ieder geval is daarin ook een overlap, want in de maand augustus vlogen beide soorten op hetzelfde tijdstip. Over het algemeen vliegt de Zuidelijke glazenmaker eerder in het jaar dan de Paardenbijter, al vanaf begin juni. De mannetjes bezetten kleine territoria langs de oevers en gaan regelmatiger zitten om te rusten, laag tussen de begroeiing. Copulatie is alleen waargenomen in de vlucht. Dit in tegenstelling tot het paringswiel van de Paar denbijter, dat meestal ergens in riet gaat hangen. De Zuidelijke Glazenmaker is een van de weinige Anisoptera die in tandem eieren afzet, zoals de juffersoorten doen. Ook de Zuidelijke keizerlibel en de Zadellibel doen dit in tandem; het is opval lend dat de genoemde soorten alle grote Zuid- Europese soorten zijn. De eieren worden afgezet in beschutting of schaduw, in de drassige waterrand tot op enkele meters van de waterlijn verwijderd en komen pas na de winter uit. Van de leefwijze van larven is niet veel bekend, ze leven vermoedelijk tussen de waterplanten, of als deze ontbreken, zoals dat in het karakteristieke biotoop het geval is, verbor gen tussen riet- en graspollen. Dit kan verklaren waarom ze zo moeizaam te vinden zijn. De larven overleven ook in tijdelijk droogvallende watertjes (vergelijkbaar met de Zwervende pant serjuffer). Door de snelle groei tijdens de laatste 1 48 Fauna Zeelandica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2007 | | pagina 152