10
2 waarnemingen
5
0
wk 10
maart
mei
20
30 40
juli oktober
Aeshna-soort, namelijk al in mei. In de nazomer
vliegt ze nauwelijks meer. De mannetjes hebben
een vast territorium aan de zonnige zijde van het
water en vliegen vaak later op de dag als het al
warmer is. Het eerste waargenomen mannetje in
Oranjezon vloog rondjes in de beschutting van
de hoge oevervegetatie van Lisdodde, waarop hij
elke 2-3 minuten even ging zitten. Er waren vre
dige ontmoetingen met de Keizerlibel ter plaatse,
die grotere rondes deed. Een tweede man, die aan
kwam vliegen werd eveneens vreedzaam tegemoet
getreden, maar bleef niet binnen dat territorium.
De vrouwtjes zetten eieren afzonder begeleiding.
Eieren komen in dezelfde zomer waarin ze zijn
afgezet nog uit, om vroeg in het volgende voor
jaar uit te komen. De larven leven tussen de wor
tels van de oevervegetatie.
IN ZEELAND
Zeer zeldzaam, alleen als zwerver.
Twee mannetjes zijn gezien op 30 juni 2006 in
het waterwingebied Oranjezon, en een dag later
op dezelfde plek alleen 's ochtends. Het gaat
ongetwijfeld om zwervers, wellicht uit de Zuid-
Hollandse populatie. In West-Brabant komt de
soort niet voor; in de rest van Nederland zijn de
kerngebieden Utrecht, Noordwest-Overijssel en
rond Amsterdam. De populaties in ons land zijn
waarschijnlijk de grootste in Noordwest-Europa.
Het biotoop ter plaatse in het oude waterwin-
kanaaltje heeft hoog opgaande oevervegetatie,
een verlandingszone en kent veel zonuren: goede
condities voor blijvende vestiging. De Atlas van
de Nederlandse libellen noemt vestiging in duin-
plassen met rijke oevervegetatie kansrijk.