1 HOE LEVEN LIBELLEN? 1000 EN 1 OGEN Peter Geene STEKENDE HEL1KOPTERTJES? Volwassen libellen worden vaak gezien en omschreven als 'helikoptertjes'. Dat is niet verwonderlijk als we ons realiseren hoe snel de vleugelbewegingen zijn. Wel zitten er flinke verschillen per soort in het aantal vleu gelslagen per seconde, zoals we verderop zullen zien. In ieder geval is de waarneming van iemand die een libel ziet vliegen, die van een langwerpig insect met grote doorzichtige vleugels, die opzij van het lichaam snel op en neer bewegen. Libel len horen dan ook tot de meest behendige vlie gers onder de insecten. Een tweede beeld dat veel mensen hebben van libellen, is dat zij steken of bijten. Zeker is dat libellen bij nadere beschouwing geen orgaan heb ben om te steken. Zij hebben aan het einde van het achterlijf wel grote en vervaarlijk uitziende uitsteeksels, die 'tangen' worden genoemd, waar mee tijdens de paring of eiafzet vrouwtjes wor den vastgehouden. Libellen hebben grote, bolle ogen die speciaal zo ontworpen zijn om beweging waar te nemen. Het zijn net als bij de meeste insecten bolvor mige facetogen, die samengesteld zijn uit dui zenden kleinere facetten. Minder bekend is dat zij daarnaast ook drie puntogen hebben. Dit zijn drie lichtcellen die tussen of net vóór de facet ogen liggen. Zo kunnen we het hebben over het sprookje van 'de 1000 en 1 ogen' bij libellen. Van de puntogen is er één naar voren gericht, één naar links en één naar rechts om licht en donker bij het naar voren of omhoog en omlaag vliegen te registreren. Als een libel omlaag duikt, regi streert het voorste puntoog een'donkerder onder grond, die de zijwaarts gerichte puntogen ook waarnemen als de libel schommelt. Deze regi stratie geeft informatie over de vlieghouding ten opzichte van de omgeving. In combinatie met de zichtinformatie vanuit de facetogen kunnen zo bewegingen, ook van zeer kleine insectjes, vanuit alle hoeken worden waargenomen. De puntogen zijn als het ware het visuele evenwichtsorgaan. Door de grote bolling van de ogen en de wend baarheid van de kop beslaat het gezichtveld van libellen 360° van de omgeving. Als we de ogen van bijvoorbeeld heidelibellen bekijken, zien we een verschillend gekleurde boven- en onderkant. Door de bovenste facet ten worden alleen blauw en (ultra)violet geregi streerd, dus gericht op het gebied van de lucht. Door de onderste facetten worden vooral de kleuren rood, groen en geel gesignaleerd; dit zijn de kleuren die onder de horizon het meest voorkomen. Door het samenspel van de puntogen en de facetogen met de vleugelspieren en poten, hebben libellen bij uitstek een heel specialistische uitrusting voor de jacht en de territoriumverde- 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2007 | | pagina 15