ZUIDELIJKE KEI ZERL1BEL Anax parthenope Peter Geene Zuidelijke keizedibel e 1 -2 3-10 De naam zegt het al; het gaat hier om een Zuid- Europese soort, een die slechts een enkele maal Noordwest-Europa bereikt. Sinds kort wordt deze libel echter ook af en toe in Nederland gezien. In zijn verspreidingsgebied in het zuiden leeft de soort bij grote meren met een dichte rietkraag of oevervegetatie, bij zwakstromende rivieraf takkingen en bij zandafgravingen. Net als bij de Zuidelijke glazenmaker begeleidt het mannetje het vrouwtje bij de eiafzet. Mannetjes patrouil leren net als.de Grote keizerlibel in grote cirkels zo'n 2 meter boven het water. In vlucht ziet de soort er echter donkerder uit dan deze inlandse soortgenoot, met een helder blauwe vlek op de eerste segmenten die meteen opvalt. Verwarring met een nog zeldzamere zwerver, de Zadellibel, is goed mogelijk vanwege een zelfde blauwe vlek, maar de Zuidelijke keizerlibel heeft groene ogen, de Zadellibel blauwe. 5 1015 Kilometers IN ZEELAND Zeer zeldzaam, alleen als zwerver. In Zeeland werd een mannetje waargenomen in 1999 in de Manteling van Walcheren, bij de Kaal koppias. Vanaf 3 juli verbleef het dier daar enkele weken en werd hij door meerdere waarnemers gezien. De grote plas aldaar met brede rietkraag voldoet aan alle biotoopeisen van deze soort. Vervolgens werd in 2005 op Walcheren op 3 sep tember in de watergang bij de Noorddorpseweg net ten noorden van Sint Laurens een exem plaar gezien, en op de dag daarna een (zelfde?) exemplaar bij de vijver van landgoed Molen wijk in Oostkapelle. Beide exemplaren leken op doortocht, want na korte tijd waren ze verdwenen. Overige Nederlandse waarne mingen zijn van eind juni en begin juli. Ook in 2006 werden enkele exemplaren in Zeeland gezien. Omdat deze soort in het buitenland

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2007 | | pagina 161