PLATBU1K Libellula depressa De Platbuik zou het in een advertentie van een afslanksalon niet slecht doen. Vraag je aan een willekeurig iemand wat een platbuik is, dan worden er misschien associaties gelegd met deze branche. Toch denken we dan in een heel verkeerde richting. De Platbuik dankt zijn naam vooral aan het sterk verbrede, afgeplatte achter lijf. In het Engels spreekt men over 'Broad-bodied Chaser'. Een libel dus met een breed achterlijf. Een ander opvallend kenmerk zijn de grote don kerbruine vlekken op de basis van de voor- en achtervleugels. Bij de Viervlek treffen we deze vlekken ook aan, maar zijn ze niet zo donker en minder groot als bij de Platbuik. De vrouwtjes en niet-berijpte mannetjes hebben op meerdere ach terlijfsegmenten gele halvemaanvormige vlekken. Mannetjes van de Platbuik zijn mogelijk te ver warren met mannetjes van de Gewone oeverlibel. Het korte, brede en platte achterlijf en de grote basisvlekken op de vleugels zijn dan duidelijke kenmerken om op te letten. De lengte varieert van 39 tot 48 mm. BIOTOOP De Platbuik is een duidelijke pionierssoort die als één van de eerste libellen opduikt wanneer er ergens nieuwe vijvers, poelen of plassen zijn gegra ven. Ze geven de voorkeur aan ondiep water met op de oever weinig begroeiing. Duinpiassen met zan dige bodem zijn de favoriete plaatsen om de soort te gaan zoeken. Gezien het feit dat het pioniers zijn kunnen ze zich goed verbreiden. Ze zwerven dan

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2007 | | pagina 168