UURHOKEREQUENT1E
uurhok, dus ongeacht het aantal exemplaren en
het aantal vindplaatsen is er alleen aangetekend
dat een soort voorkomt in een bepaald uurhok
(25 km2 5x5 kilometerhokken). In de periode
t/m 1980 zijn uit 43 uurhokken waarnemingen
verzameld, in de periode 1981 t/m 1998 uit 111
uurhokken en in de periode 1999 t/m 2005 uit
117 uurhokken. Daarmee is de dataset van de
twee laatste perioden al aardig vergelijkbaar.
Om de perioden te kunnen vergelijken, is er uit
gegaan van de algemeenheid per soort. Er zijn
twee manieren gehanteerd om de algemeenheid
per soort te bepalen.
1Ten eerste is er van iedere soort bepaald in
hoeveel uurhokken ze is aangetroffen. Vervol
gens kunnen we dit bekijken in procenten van
het aantal hokken waarin gegevens verzameld
zijn. Als bijvoorbeeld in 50°/o van alle uurhok
ken het Lantaarntje is gevonden in de ene
periode en deze soort in een andere periode in
99% van alle hokken wordt aangetroffen trek
ken we de conclusie dat ze in die periode veel
algemener was.
2) Ten tweede is er bepaald welke soort de meest
algemene was in een bepaalde periode en
welke de minst algemene soort (en alles daar
tussenin). De soorten krijgen een zogenaamd
rangnummer, nummer 1 is de meest algemene
soort. Door dit voor alle drie de perioden te doen
krijgen we een inzicht in de veranderingen in de
verhouding tussen de verschillende soorten.
Het is voor vrijwel alle planten- en diergroepen gebruikelijk om de algemeenheid uit te drukken in de
uurhokfrequentie (het aantal uurhokken waarin een soort is aangetroffen in een bepaalde periode). Deze
schaal is gebaseerd op het principe dat het maximale aantal hokken steeds door twee wordt gedeeld.
Indien een soort in meer dan 50% van de uurhokken is aangetroffen wordt deze zeer of uiterst algemeen
genoemd. Aangezien, in Zeeland, in onze optiek geen enkele libellensoort uiterst algemeen is, kiezen wij
de term zeer algemeen, ook de term uiterst zeldzaam (0,39% van alle hokken) vervalt omdat dit aantal
hokken minder dan 1 is. Zeeland telt 134 uurhokken, drie hokken hebben een zeer klein stukje land en de
meeste hokken hebben een deel water. Naarmate er beter geïnventariseerd is, worden soorten, op deze
wijze gepresenteerd algemener.
De hier gebruikte schaal is als volgt:
zzz
zeer zeldzaam
3,25%
TL
zeldzaam
3,25-6,25%
Z
vrij zeldzaam
6,26-12,5%
a
vrij algemeen
12,6-25%
aa
algemeen
26-50%
aaa
zeer algemeen
51-100%
Tabel 7 Aantal uurhokken per soort.
Het aantal uurhokken waarin een soort is aangetroffen in de betreffende periode. In de laatste kolom staat het
gemiddelde van de laatste twee perioden. De meest algemene soort staat bovenaan.
180