E1AFZET Grote keizelibel weg van het water rondvliegt, terwijl de vele mannetjes langs en boven het water patrouil leren. Zodra een vrouwtje boven het water ver schijnt wordt ze bij haar 'lurven' gepakt om te paren. Van te voren heeft manlief zijn sperma vanaf de voortplantingsorganen in segment 9 overgebracht naar zijn 'doosje' in segment 2 en 3. Het vrouwtje buigt voor de paring haar achterlijf naar voren terwijl ze achter en onder zijn achter lijf hangt, vaak met haar poten rond zijn 'middel'. Haar 'uitsteekseltje' of vulvaardoorn, steekt zij in zijn holte, waarna een ingewikkelde sperma overdracht begint. Het sperma wordt opgeslagen en pas later vindt de daadwerkelijke bevruchting plaats. Afhankelijk van de soort duurt dit proces 20 seconden tot 20 minuten. Het sperma van de voorganger wordt soms verwijderd en niet zelden is dat gedurende de paring het meest tijdrovend! Van het Lantaarntje is waargenomen dat zij 8 uur in paringswiel zaten, zonder dat bekend is hoe veel tijd de daadwerkelijke paring duurde. Na de paring vindt de eiafzet plaats. Bij de ene soort blijven mannetje en vrouwtje aan elkaar gekoppeld (tandem) en bij de andere soort gaat het vrouwtje alleen. Dit is min of meer soortspe cifiek (zie de beschrijving per soort) maar geen vaste regel omdat allerlei factoren het loskoppe len beïnvloeden, zoals wind, takjes, kikkers e.d. Er zijn drie manieren van eiafzet te onderscheiden nl. in planten, in de modder of los in het water. In planten: endofytisehe eiafzet wil zeggen dat in de huid van planten een gaatje wordt geboord met de legboor van het vrouwtje (onderaan seg ment 9) waarin een eitje wordt gestopt. Vrijwel alle juffers en enkele libellensoorten (de gla zenmakers en Grote keizerlibel) doen het zo. In sommige gevallen gaat hierbij het vrouwtje zelfs geheel onder water (dit is gezien bij roodogen, beekjuffers, Azuur- en Vuurjuffers). Of ook geheel boven water in boombast (zoals de Houtpantser- juffer). In de modder: andere soorten hebben een grote uitstekende legboor die heel gericht in de mod der wordt gestoken om de eieren één voor één of in kleine klontjes los te laten (Gewone bronlibel, Metaalglanslibel en Gewone oeverlibel). In het water: exofytische eiafzet wil zeggen dat aan het achterlijf een klontje eieren wordt verza meld die los in het water worden gedeponeerd. Sommige soorten, zoals de meeste heidelibellen, dippen daarbij met het achterlijf op het waterop pervlak zodat de eieren los door het water zwe ven en daarna ergens aan vast kleven, veelal aan planten die in het water groeien. Eitjes van dit type zijn gewoonlijk kleiner en de gelei laag zwelt pas op in het water. Deze beide methoden van eiafzet hebben elk risi co's en voordelen. Voor de volwassen libel is eiaf zet in planten langduriger en daarmee gevaar lijker in verband met predatie door vijanden in deze kwetsbare fase. Het kan bij juffers een hele

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2007 | | pagina 18