lenfauna. In Zeeland echter zijn veel wateren
sterk belast met voedingsstoffen die zuurstof
verbruiken als ze worden afgebroken. Sloten in
akkerbouwgebieden zijn vaak te voedselrijk. Ook
de troebelheid van veel poldersloten, vooral in
het agrarische gebied, is zorgelijk. De Europese
Kaderrichtlijn Water stelt hogere kwaliteitsnor
men. Gemeenten, Waterschappen en Provin
cie vertalen deze richtlijnen in de zogenaamde
Waterplannen. De verwachting is dat deze nieuwe
initiatieven zullen leiden tot een verdere verbete
ring van de waterkwaliteit. De kaderrichtlijn ver
plicht ook tot het afkoppelen van het regenwater
van de rioleringsystemen. Iedere woonkern krijgt
een verplichte hoeveelheid oppervlaktewater. Het
lijkt vanzelfsprekend dat vele libellensoorten van
al deze maatregelen zullen profiteren.
VERHOGING WATERPEILEN
Van oudsher was het gebruikelijk om de grondwa
terpeilen in de polders vooral af te stemmen op
de wensen vanuit de landbouw. Deze peilen waren
onnatuurlijk laag en in de winter lager dan in de
zomer, terwijl dit van nature omgekeerd is. Voor
zoetwaterorganismen is die situatie erg ongun
stig, omdat veel potentieel geschikte voortplan-
tingsplaatsen, zoals kleinere poelen en laagten in
het landschap, gemakkelijk droogvielen. Maar ook
voor de landbouw is de situatie wat doorgescho
ten, omdat er tijdens droge zomers soms een aan
zienlijk watergebrek is. Sinds een tiental jaren is er
een kentering in het denken gekomen. Op enkele
plaatsen, zoals in de Van Lyndepolder bij Vogel
waarde, wordt tegenwoordig een hoger waterpeil
aangehouden. Natuurbeschermingsorganisaties
streven er naar om op veel meer plaatsen het zoete
watervast te houden.
KLIMAATVERANDERING
De gemiddelde jaartemperatuur stijgt gemiddeld
met 1/100 °C per jaar (bron: website KNMI). Dat
lijkt op zich niet eens zo veel, maar door een geo
logische bril gezien is het wel een snelle stijging.
De herfst van 2006 was de warmste herfst ooit,
het klimaat is soms blijkbaar plotseling veel war
mer (of kouder). Insecten zijn hier erg gevoelig
voor. Vanuit de verschillende groepen zijn dan
ook verschuivingen van verspreidingspatronen
190