Larve glazenmaker dag duren voordat de voorraad eieren is afgezet. Voordeel is wel dat het plantenmateriaal de eitjes beschermt tegen uitdroging, vraat en vorst. De eieren los in het water deponeren kost wei nig tijd en is daarmee minder risicovol voor de volwassen libel. Voor ei en larve daarentegen is er dan minder gericht gezocht naar een veilige plaats. Beekjuffers leggen gemiddeld 10 eitjes per minuut in een plantenhuid, terwijl heidelibellen per minuut honderden eitjes los kunnen laten in het water en snel wegvliegen bij gevaar. Bij de eiafzet in planten worden daardoor tijdens de productieve periode minder eitjes geleverd dan bij de eiafzet in water. De eitjes van heidelibellen zijn dan ook kleiner, het produceren ervan kost minder energie. Het groter aantal eitjes wordt gecompenseerd doordat er meer verloren gaan door het ongericht afzetten in het open water. Eiafzet in oever- en waterplanten is een risico volle zaak. Vaak zie je groepsvorming bij deze afzet (met name bekend van Azuurwater- en Vuurjuffer), waardoor het individu de garantie heeft dat er recent geen aanval door een vijand heeft plaatsgevonden. Ook geeft tandemvorming tijdens deze periode de zekerheid dat rivalen geen kans maken. Een andere manier van begeleiding door het man netje is bekend van beekjuffers en heidelibellen, waarbij het mannetje vlakbij blijft vliegen (in de lucht hangen) of op een uitkijkpost zit. Rivalen worden in de gaten gehouden en mogelijk ver jaagd. Hoeveel eitjes worden gemiddeld per libel gemaakt? Hiervan zijn alleen schattingen bekend: de aantallen eitjes van juffers worden geschat op enkele honderden per zomer en van libellen op enkele duizenden. Er lijkt een directe correlatie tussen het aantal zonuren (meer energie: meer eten) en een hogere eiproductie: na zomers met veel slecht weer werden het volgende jaar minder larven gevonden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2007 | | pagina 19