2. ONDERZOEK NAAR E1BEEEEN IN
ZEEEAND: 1889-2006
Peter Geene en Rienk Geene
22 Fauna Zeefandïca
Deze libellenatlas van Zeeland bevat waarnemin
gen en conclusies op basis van vele jaren gege
vens en onderzoek, ook al bestaat de huidige Vlin
der- en Libellenwerkgroep Zeeland nauwelijks 15
jaar. Voor die tijd is er uiteraard ook naar libellen
gekeken door meerdere mensen en groepen. Het
grootste deel van de oudere waarnemingen is via
het EIS (European Invertebrate Survey: De Euro
pese databank voor insectenwaarnemingen) ter
beschikking gekomen. Ongeveer een kwart van
alle waarnemingen is verzameld in tuinen door
waarnemers van de werkgroep. Het nu tot stand
gekomen bestand met waarnemingen bevat, voor
zover ons bekend, alle Zeeuwse waarnemingen
tot nu toe. De verzamelde gegevens zijn echter
niet zonder meer vergelijkbaar, zoals in hoofdstuk
5 over veranderingen in de Zeeuwse libellenfauna
zal worden uitgelegd.
Er zijn verschillende manieren waarop waar
nemingen en onderzoek werden gedaan en nu
gepresenteerd worden: gewone veldwaarne
mingen, tuinformulieren, monitoringroutes en
wetenschappelijk onderzoek naar zowel larven
als de volwassen dieren. In dit hoofdstuk ligt de
nadruk voornamelijk op de mensen en het onder
zoek, slechts anekdotisch op (opvallende) wijzi
gingen in de libellenfauna.
Voor het onderzoek naar de larven van libellen
wordt verwezen naar de rapportages van het
Hydrobiologisch Instituut te Yerseke, inmiddels
IMARES (Wageningen UR).
Iemand die hier genoemd dient te worden is Ber
nard Krebs. Een deel van de hier verwerkte data
is van deze medewerker van het Hydrobiologisch
Instituut. Ook kon, voor gegevens over larven, een
beroep gedaan worden op de Zeeuwse Water
schappen, die stelselmatig monitoring deden in
de afgelopen jaren.
In de jaren 1969 - 1975 is veldwerk verricht
op Walcheren, door de toenmalige Christelijke
Jeugdbond van Natuurvrienden (CJN). Deze data
zijn opgenomen in het totale bestand op naam
van de waarnemers. Gebiedsgericht onderzoek
is alleen bekend van Walcheren, in het gebiedje
Fort den Haak bij Vrouwenpolder, waarvan het
gedeelte over libellen afkomstig is van Peter
Geene en Jan Goedbloed.
In de jaren 1980 - 1987 is veel veldwerk verricht
door de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstu
die (NJN). De waarnemingen door heel Zeeland
zijn door Rienk Geene samengevat in een artikel
in het toenmalige blad Stridula van de Insecten
werkgroep van die NJN.
Hetzelfde samenvattende werk is voor Zeeuws-
Vlaanderen gedaan in de negentiger jaren. Alle
gegevens vanuit de Zeeuws-Vlaamse (insecten-)
werkgroepen van De Steltkluut en Het Duumpje
en de NJN zijn verzameld in een rapportage door
Lucien Calle.
Dit viel ongeveer samen met de oprichting van de
Libellenwerkgroep Zeeland in 1995, waardoor de
krachten en de data gebundeld konden worden.
Daarnaast wordt sinds 1998 een monitoringroute
gelopen in de duinen van Noord-Walcheren door
Peter Geene.
In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens de
grotere rapportages (1), de tuinformulieren (2) en