id li
FORT DEN HAAK VROEGER EN NU
-i'fc
Si'ÏÈlfmaÊÉ
telijke Jeugdbond van Natuurvrienden), afdeling
Schaalhoorn, gehouden in het gebiedje Fort den
Flaak bij Vrouwenpolder. FHierin wordt binnen
de inventarisatie van de hele flora en fauna van
het gebied ook de libellenfauna genoemd. Deze
inventarisatie heeft bijgedragen tot het tot stand
komen van een natuurreservaat. Er werden toen
12 soorten aangetroffen: Lantaarntje, Gewone,
Flout- en Zwervende pantserjuffer, Watersnuffel,
Zwarte, Geelvlek-, Bloedrode en Steenrode hei-
delibel, Viervlek, Platbuik, Gewone oeverlibel en
Paardenbijter. De in 1969 gevonden Zwarte hei-
delibel was in die jaren redelijk algemeen. In ver
gelijking met de huidige gegevens weten we nu
dat deze soort in afwisselende jaren pieken kent
in verschillende gebieden in Zeeland. De Zwarte
heidelibel is tegenwoordig niet meer zo algemeen
in Zeeland, wel weten we dat er in sommige jaren
veel waarnemingen zijn.
Vooral valt in dit verslag op de gedetailleerde ver
melding van het zoutgehalte ter plekke:
Gedurende de maanden februari tot en met
april 1971 werden door ons geen hogere Cl-
concentraties geconstateeerd dan 750mg/liter,
beduidend minder dan de door Kiauta gevonden
concentratie in de Veerse Kreken."
L y
Dit relatief kleine gebied ligt in het noordoosten
van Walcheren, daar waar in de zestiger jaren de
Veersegatdam is aangelegd naar Noord-Beve
land. Dit kan een reden zijn waarom libellen die
langs de kust zwerven gemakkelijk in dit gebied
terecht komen.
Als we anno 2005 de beschikbare gegevens van
Fort den Flaak op een rij zetten, valt op dat niet
alle twaalf soorten daar permanent aanwezig
zijn. Gegevens van Fort den Flaak uit 1996 geven
voor dat jaar slechts 5 soorten aan, daarna zijn er
geen regelmatige tellingen gedaan in dit gebied.
Aan beide zijden van de dam zijn twee vrij zeld
zame, zwervende soorten gevonden, namelijk de
Zwervende pantserjuffer en de Zuidelijke glazen
maker. Flet aanwezige biotoop is gunstig voor deze
twee soorten met een kenmerkende moerasvege
tatie van o.a. Waterbies, Zeegroene bies, Ruwe
bies, Moeraswalstro, Zeeweegbree, Zeegroene bies,
Veldbies en Rietorchis. Voor de Zuidelijke glazen
maker is het aantrekkelijk dat een groot gedeelte
met riet, zegge en graspollen nauwelijks open
water bevat, behalve bij hevige regenval.
Verder is het opvallend dat in die jaren in het
aangrenzende duingebeid van Oranjezon minder
soorten libellen werden waargenomen dan in
deze inventarisatie van Fort den Flaak. Inmiddels
is dat sterk veranderd.