AZUUR
WATERJUFFER
TIOI
IN ZEELAND
De kleine blauwe waterjuffertjes, vooral die van het
geslacht Coenagrion, zijn niet altijd eenvoudig op
naam te brengen. Er komen in Nederland nogal wat
op elkaar gelijkende soorten voor. Vooral de Vari
abele waterjuffer lijkt sterk op de Azuurwaterjuf
fer. Daar ook het vlieggedrag van deze beide juf
fers sterk overeenkomt, moeten de libellen soms
gevangen worden om de kenmerken beter te kun
nen bekijken. De belangrijkste verschillen tussen de
mannetjes van deze twee soorten zijn de volgende:
de Azuurwaterjuffer heeft op het tweede achter
lijfssegment een U-vormig figuurtje dat niet ver
bonden is met de zwarte tekening op het volgende
segment. De Variabele waterjuffer heeft een meer
V-vormig figuurtje op dit tweede segment dat wel
verbonden is met de zwarte tekening op segment 3.
Een ander verschil betreft de schouderstreep: deze
is bij de Azuurwaterjuffer altijd dik en doorgetrok
ken en bij de Variabele waterjuffer vaak onderbro
ken in de vorm van een uitroepteken. De vrouwtjes
zijn minder gemakkelijk uit elkaar te houden. Over
het algemeen zijn de vrouwtjes van de Azuurwa
terjuffer overwegend zwart met weinig lichtgroen
of lichtblauw. Van de meest voorkomende vorm van
het vrouwtje van de Variabele waterjuffer zijn de
achterlijfssegmenten 3 tot en met 5 voor meer dan
een kwart blauw tot wit.
BIOTOOP
De eerste Azuurwaterjuffers komen gewoonlijk
begin mei tevoorschijn. Gedurende het gehele sei
zoen tot begin september kunnen ze worden aan
getroffen, maar in juni en juli is de soort het meest
talrijk. In de gehele vliegperiode kan voortplanting
worden waargenomen. De larven leven gewoonlijk
één seizoen in het water, maar het kan ook voor
komen, afhankelijk van de omstandigheden, dat er
een jaartje aan vastgeknoopt wordt.
Drijvende waterplanten blijken erg belangrijk voor
de Azuurwaterjuffer; hoe meer drijvende water
planten, des te groter kan de populatie zijn. De
eieren worden op de drijvende vegetatie afgezet
en de larven leven ertussen, waarna ze uiteindelijk
bij het uitsluipen er ook weer gebruik van maken.
Ook plantenstengels langs de oever worden voor
dit doel veel gebruikt.
GEDRAG
De mobiliteit van de Azuurwaterjuffer wordt
gering genoemd, omdat de soort nogal honkvast
is. Vergeleken met andere libellensoorten is dat
wellicht ook zo. De Azuurwaterjuffer blijft moge
lijk graag in de buurt van haar voorkeursbiotoop,
maar wanneer de noodzaak daar is kan hij toch
behoorlijke afstanden afleggen. In dat licht bezien
is de kolonisatie van de polders van Midden- en
Noord-Zeeland, in de laatste jaren van de vorige
eeuw, interessant te noemen.
Algemeen, over de hele provincie verspreid.
De binding van de Azuurwaterjuffer met zand
grond lijkt sterk. Deze soort is in Zeeland vooral in
de duinen te vinden, maar ook in het zuidoosten
van Oost-Zeeuws-Vlaanderen en het zuidelijkste
puntje van West-Zeeuws-Vlaanderen. In de klei-
polders worden echter ook regelmatig populaties
aangetroffen in grote vijvers, drinkpoelen of slo
ten. De Azuurwaterjuffer hoort thuis in het rijtje
soorten die in Zeeland in de periode tussen 1995
54