WATERJUFFER
mm
MAAN
Coenagrion lunulatum
GEDRAG
De Maanwaterjuffer is een soort van de zand
gronden van Oost en Zuid Nederland, waar ze
gevonden wordt in zure, vrij voedselarme vennen.
In Nederland is de populatie de laatste jaren sta
biel, de populaties in het zuiden van ons land zijn
achteruit gegaan. Daarom was de vondst van een
(zwervend?) vrouwtje op 8 juni 2001 te Retran-
chement een echte verrassing. Inmiddels is deze
soort echter ook sporadisch van andere plaatsen
van de Noordzee kustgebieden bekend: Texel,
Schoorl, Bergen en Noordwijk. De dieren hebben
een groene onderkant van de ogen. De mannetjes
hebben een typerend figuurtje op segment 2, een
Mantietje
smal maansikkeltje, waaraan de soort haar naam
dankt. Het vrouwtje heeft een donker achterlijf,
maar met een lichter segment 2 en 9.
BIOTOOP
Het biotoop van deze soort is in de ons omrin
gende landen niet eenduidig. In Nederland lijkt
het een soort van vennen. Deze libel komt echter
wellicht vaak voor in combinatie met Snavel-
zegge en Draadzegge. Deze planten treden op
de voorgrond in situaties waarbij grondwater in
de vennen komt. In Duitsland worden ook voed
selrijke plassen met bijvoorbeeld Gele plomp als
biotoop genoemd. Wat het optimum biotoop is,
staat dus niet geheel vast.
De Maanwaterjuffer wordt slechts zelden buiten
het geschikte biotoop gevonden, meestal vliegen
de dieren boven het water of langs de oeverve
getatie. De vlieg periode van deze soort is erg kort
en valt in mei met een uitloop tot in juli. Het is
een soort die gemakkelijk over het hoofd wordt
gezien.
IN ZEEEAND
Zeer zeldzaam, alleen als zwerver.
Buiten bovengenoemde vondst is de soort niet
meer waargenomen, ondanks een intensieve
inventarisatie van het hele gebied. De dichtstbij
zijnde populaties bevinden zich in de Provincies
Antwerpen en Noord-Brabant. Het 'vrouwtje van
Retranchement' is daarom waarschijnlijk een
zwervend dier geweest. In Zeeland is de soort
wellicht te verwachten in duinpiassen.