ll J£ .•T-* GEDRAG IN ZEELAND Lièeiïen in Zu(and 67 70 35 wk 10 maart 583 waarnemingen 20 mei 30 juli 40 oktober Watersnuffel 1-2 3-10 De eerste Watersnuffels verschijnen ongeveer begin mei en naarmate het seizoen vordert, nemen ook de aantallen toe. Aangezien de ima go's slechts enkele weken leven, hebben we voortdurend te maken met nieuwe individuen. Zo rond half augustus wordt de piek bereikt, waarna de aantallen sterk teruglopen. Na eind september is voor de Watersnuffel het vliegseizoen voor bij. Aangezien de eieren vrijwel direct uitkomen, wordt er overwinterd in het larvestadium. Bin nen één, soms twee jaar groeit de larve uit tot waterjuffer. De larven kruipen vlak voor het uit- sluipen van het imago graag in een stengel, maar drijvende waterplanten worden ook regelmatig gebruikt voor dat doel. De vrouwtjes zijn maar weinig bij het water te vinden, net als bij de meeste libellen en water juffers. Een belangrijk verschil met veel andere waterjuffers is dat de Watersnuffel-mannetjes in een rechte lijn vliegen, meestal laag boven het water. Ze vliegen bovendien graag tegen de wind in, mits het niet te hard waait. Algemeen, verspreid over de hele provincie, vooral veel in de duinen. In Zeeland zijn de poldersloten of poelen in het kleigebied niet echt geliefd bij de Watersnuffel. Het water is vaak te voedselrijk en bij flinke regen al snel te troebel. Zandgrond is beperkt tot het duingebied en de dekzandgebieden in Zeeuws- Vlaanderen. De absolute top-vliegplaats is het duingebied Oranjezon waar het heldere water van de waterwinkanalen een uitstekend bio toop vormt voor deze soort. Grote aantallen van 1000 tot 2000 exemplaren zijn waargenomen in Oranjezon en de Spaarbekkens in de Braakman bij Terneuzen. Op de Kop van Schouwen zijn enkele grote duinpoelen zeer geschikt voor de Watersnuffel. Op 23 augustus 2001 werden in de Zeepeduinen 220 individuen geteld in een grote fraaie duinpoel van 10 bij 20 meter. Watersnuf fels worden verspreid over de gehele provincie aangetroffen. De Watersnuffel komt in de pol der en het stedelijke gebied ook moeiteloos tot voortplanting. De beschikbare wateroppervlakte lijkt daarbij bepalend voor de aantallen: hoe gro ter het wateroppervlak, des te meer Watersnuf fels. Nieuw aangelegde waterpartijen kunnen snel worden bevolkt door de Watersnuffel. Vroegste waarneming 1 mei (2003), laatste waar neming 5 november (2005).

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2007 | | pagina 71