HOUTPANTSER- JUFFER Lestcs viridis Ron Brouwer Als we een juffer zien met een glanzend 'schut ting-groen' achterlijf, dan hebben we te doen met één van de pantserjuffers. Enige verwar ring kan optreden tussen de Houtpantserjuffer en andere pantserjuffers. In dat geval brengt het groene "kommaatje" op de zijkant van het borststuk bij deze soort uitkomst. Een aanvul lend kenmerk is de vleugelpunt, het pterostigma, dat bij deze soort licht crème kleurig is en bij de overige soorten zwart (of tweekleurig bij de Zwervende pantserjuffer). Ook de lengte van de Houtpantserjuffer is opvallend: de mannetjes zijn minimaal 50 mm, terwijl de overige soorten maximaal 45 mm zijn. De basiskleur van de Hout pantserjuffer is groen, daarbij is er bovenop het lichaam enige koperglans (als ze volwassen zijn) en de onderkant van het achterlijf nijgt enigszins naar geel. Alle andere soorten uit dit geslacht hebben min of meer blauwe berijping op een of meer lichaamsdelen. De vrouwtjes zien er fletser uit en zijn natuurlijk voorzien van een legappa- raat onderaan de punt van het achterlijf. BIOTOOP EN GEDRAG De Houtpantserjuffer kun je gewoonlijk aantref fen in de onmiddellijke omgeving van water, dat (deels) is omgeven door bomen. In de bomen wachten de mannetjes de vrouwtjes op. Paring vindt daarop vrij snel plaats. De eitjes worden in de schors van takken gelegd, die in of boven het water hangen of in het water groeien. Zwarte els en Grauwe wilg zijn favoriet bij de Houtpant-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2007 | | pagina 98