IN ZEELAND
95
men echter in de min of meer natuurlijke bioto
pen. De kop van Schouwen, de duinen bij Oran
jezon en de pleistocene gebieden in Oost Zeeuws
Vlaanderen vallen daarbij op. Onder invloed van
een toename van het zoutgehalte van de plassen
in det eendenkooi bij Anna Jacobapolder neemt
de stand de laatste jaren daar af.
Vroegste waarneming 24 mei (2002), laatste waar
neming 15 november (1999).
serjuffer. Het leggen van de eitjes gebeurt 'in
tandem'. Pas in het voorjaar komen de eitjes uit
en de larfjes laten zich dan in het water vallen.
Gedurende de winter kunnen de eitjes zeer lage
temperaturen verdragen. De kleur van takken en
twijgen is niet van ondergeschikt belang. Geel
groen heeft een bepaalde voorkeur, dit is de kleur
van vooral de jonge wilgetakken.
Door de behoefte aan zoet water heeft deze juf
fer rn Zeeland geen groot verspreidingsgebied.
Aan de waterkwaliteit worden verder niet al
te veel eisen gesteld, het water kan zelfs licht
stromend zijn. Een andere oorzaak, die de ver
spreiding in Zeeland inperkt is de binding van
de houtpantserjuffer aan hout. Daarom komt de
Houtpantserjuffer voornamelijk voor in verlan-
dingszönes van plassen, maar ook wel in duin-
plassen met struweel. Hiermee is het natuurlijke
biotoop gekarakteriseerd. Biotopen met min of
meer menselijke (antropogene) invloed zijn bij
de juffers ook in trek. Een voorbeeld hiervan vin
den we in de duinen van Oranjezon. Daar zijn de
zomen van de voormalige watertoevoerkanalen
begroeid geraakt met dergelijke houtige gewas
sen, waaronder zelfs Duindoorn. Dit zijn de sta
biele condities, die voor de houtpantserjuffer
geschikt zijn. Echter, een kleine toename in het
zout/chloridegehalte van het water kan maken,
dat de Houtpantserjuffers heel schaars worden of
zelfs uit het milieu verdwijnen.
Algemeen, verspreid in de hele provincie.
In Zeeland komt de Houtpantserjuffer in alle delen
van de provincie voor. De grootste aantallen vindt
wk 20
mei
365 waarnemingen 'ÏTf*
3-10 X.
m >m
40 50
oktober december