SPHECODES EPH1PP10S Fijne neusbloedbij SPHECODES GEOERELLOS Glanzende dwergbloedbij SPHECODES G1BBOS Pantserbloedbij SPHECODES LONGOLOS Kleine spitstandbloedbij Sphecodes ephippius is pas de laatste jaren voor het eerst in Zeeland gevonden en daarbij zijn vooral nogal wat waarnemingen geregistreerd uit het polderland. Enerzijds ligt dat voor de hand omdat een hele reeks groefbijen die als gastheer kunnen optreden in de Zeeuw se polders voorkomen. Aan de andere kant geldt dat Sphecodes ephippius in Nederland een duidelijk zwaar tepunt in het oosten heeft en de meest westelijke van de recente vond sten liggen oosten van Breda. In de duinen is de soort slechts op één plaats gevonden en dat is in overeen stemming met het landelijke verspreidingsbeeld. Als vertegenwoordiger van de miniatus-groep is Sphe codes geofrellus bijzonder lastig te determineren. Geen van de recente waarnemingen is gecontroleerd door specialisten en dat is jammer, want de soort is vastge steld in negen verschillende uurhokken. In ieder geval zijn de gastheersoorten van S. geofrellus, en dan vooral Lasioglossum morio in Zee land zeer alge meen verbreid. Vier van de zeven uurhokken waar Sphecodes gibbus in Zeeland recent geregistreerd is, zijn gelegen in de duinen, en dat is in lijn met het verspreidingspatroon zowel in de rest van het land als in vergelijking met de waarnemingen uit het verleden. Sphecodes gibbus parasiteert op Halictus rubicundus (en enkele Halictussoorten die in Zeeland niet voor komen). Dat is weliswaar geen zeldzame soort, maar wel een met een beperkte ver spreiding in Zeeland. In dat verband is het aardig dat de in tachtig procent van de uurhokken waar Sphecodes gibbus gevonden is ook de waardsoort is aangetroffen. Hoewel een eerste blik op de verspreidingskaart wellicht anders doet vermoeden, is Sphecodes longulus een uitgesproken zandsoort. Waar de soort in de polders voorkomt is dat steevast op plaatsen met aangevoerd zand of op plekken waar een zandige ondergrond is blootgelegd door graafwerkzaamheden. Sphecodes longulus parasiteert als koekoek op Lasio glossum minutissimum, maar dat is een soort met een veel beperktere verspreiding. Peeters (1999) geeft de suggestie dat ook Lasioglos sum morio en Lasioglossum leucopus als gastheer in aanmerking zouden kunnen komen. Met name van de laatste soort heeft het verspreidings kaartje een tamelijk sterke overeenkomst met dat van Sphecodes longulus. Bijen en wespen in Zeeland 111

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2008 | | pagina 117