INLEIDING
Bijen en wespen vormen een relatief weinig bekende
groep van insecten. In vergelijking met populaire insec-
tengroepen als vlinders en libellen is het ook een erg
soortenrijke groep. Daarnaast zijn er veel kleinere en
moeilijk te determineren soorten. Daarom zijn er niet
zoveel natuurliefhebbers die zich met deze groep bezig
houden.
Tot een jaar of 10 geleden wisten we eigenlijk amper
wat er aan soorten rondvloog in het Zeeuwse. Toch
vormt soortenkennis de basis van iedere bescherming.
Als je niet weet wat je hebt kan je het ook niet goed
beschermen. Je moet weten welke soorten typerend en
zeldzaam zijn of een negatieve trend hebben, en als het
even kan ook de oorzaak daarvan zien bloot te leggen.
Voorwaar geen eenvoudige klus.
Rond 1998 vond een zestal insectenliefhebbers, die ie
der onafhankelijk van elkaar met de studie was begon
nen, elkaar. Ze vormden met elkaar de Insectenwerk
groep van Het Zeeuwse Landschap. Al snel voegde zich
de gerenommeerde entomoloog Bob van Aartsen bij
de groep en daarmee was meteen de basis gelegd voor
bredere contacten met tal van entomologen. Samen sta
je sterker dan alleen, en door uitwisseling van informa
tie groeide de kennis snel.
De atlas
Al rond het jaar 2000 ontstond het idee alle verzamelde
gegevens ooit in een Zeeuwse Atlas te bundelen. We
hadden destijds eigenlijk nog geen idee hoe groot de
klus was waaraan we waren begonnen. In vergelijking
met bijvoorbeeld vlinder of libelleninventarisaties gaat
het hier om veel arbeidsintensievere inventarisaties.
Vlinders en libellen kan je immers zo in het veld op soort
Wijlen Bob van Aartsen; de nestor van de Zeeuwse
insecten werkgroep
noteren. Bij bijen en wespen is dat veelal niet het geval.
Steeds werden ook wat moeilijk determineerbare dieren
verzameld, die pas na een uitgebreide en tijdrovende c
bestudering onder de binoculair konden worden gede-
termineerd. De groep bleek zich er fanatiek in vastge- n
beten te hebben en jaar na jaar groeide het aantal ver- 3
zamelde waarnemingen. Het aantal werkgroepsleden
groeide wat verder uit naar 9 personen. Dat met zo'n 2.
klein aantal mensen, het waarnemingen bestand ver- =s
gelijkbaar is met zowel het libellen als vlinderbestand, n
mag dan ook uitzonderlijk genoemd worden. We mogen
er best trots op zijn, dat Zeeland na Zuid Limburg op dit n
moment de best onderzochte regio van Nederland is.
Voor Het Zeeuwse Landschap was het natuurlijk in de
eerste plaats belangrijk om zo veel mogelijk betrouw
bare gegevens uit haar eigen terreinen te genereren.
Juist om dat al in het jaar 2000 het plan gemaakt werd
om ook een Atlas van Zeeland uit te brengen, was het
ook nuttig van de overige terreinen een beeld te heb
ben. Daarom werd ook bij andere terreinbeheerders en
buiten natuurgebieden geïnventariseerd om zodoende
een gebiedsdekkend beeld van Zeeland te kunnen pre
senteren.
Bij het samenstellen van deze atlas zijn heel wat men
sen betrokken geweest. Verschillende landelijke specia
listen, waaronder wijlen Hennie Wiering, Theo Peeters,
Jan Smit, Jeroen de Rond en Hans van Nieuwenhuijsen
bezochten Zeeland om de insectenwerkgroep te onder
steunen, determinaties te controleren ed. Er was een
uitwisseling van gegevens met het nationale databe
stand van EIS Nederland, het contact verliep steeds
op een prettige manier via Menno Reemer. Voor foto's
mochten we ter aanvulling van eigen beelden een be
roep doen op het prachtige archief van Albert de Wilde
en ook Erik Speksnijder, Petra Wezelman en Peter Mei-
ninger leverden één of meer foto's.
Ruim 400 Zeeuwse soorten
Bijen en wespen zijn ook voor het grote publiek bekende
insecten. Zo lijkt het althans, want wie kent er niet de
honingbij, die leeft in hoog georganiseerde volken, bij
wie de imker zijn honing haalt. De bij zoemt rond de
bloempjes in de tuin en het diertje levert ons niet alleen
honing, maar is ook nog eens nuttig voor de bestuiving
van planten.
Wespen zijn heel wat minder populair. Wespen zijn de
beesten die op de zoetigheid afkomen als je een blikje
frisdrank opent op een bankje in de dierentuin. En op
het terras in de achtertuin kunnen ze de sfeer flink be
derven. Ze vliegen hinderlijk om de mensen heen en niet
Bijen en wespen in Zeeland
7