z:
co
w
Q
O
U
w
Cu
CO
SPHECODUS RUBICUNDUS
Grove neusbloedbij
SPHECODES SCABR1COLL1S
Wafelbloedbij
SPHECODES SP1NULOSUS
Kraagbloedbij
STEL1S BREV1USCUEA
Gewone tubebij
J
tu
H
CO
I
CO
I
Sphecodes rubicundus parasiteert onder meer op
Andrena labialis. Dat is in Zeeland een relatief veel
voorkomende soort en daarom wekt de aanwezigheid
van rubicundus geen verwondering. De soort is aan
getroffen op de Schouwse dijken en op twee plaatsen
op Walcheren. Het is niet uitgesloten dat de soort nog
meer voorkomt, gezien de uitgebreide verspreiding van
de gastheer. Anderzijds geldt deze soort landelijk als een
zeldzame en achteruitgaande soort.
In de zes uurhokken waar Sphecodes scabricollis recent
in Zeeland is aangetroffen is de soort in de helft van het
aantal vangsten gedaan met een malaiseval. Sphecodes
scabricollis is in heel Nederland nogal zeldzaam. Diverse
vondsten zijn echter door specialisten gecontroleerd en
er is geen reden om aan te nemen dat er misdetermina-
ties in het bestand zitten. Het is niet duidelijk waarom
Sphecodes scabricollis zo zeldzaam is. De gastheer,
D x
Lasioglossum zonulum, is weliswaar meestal niet talrijk
maar wel alom verbreid zowel in Zeeland als in de rest
van Nederland.
In de voorlopige bijenatlas wordt van deze soort alleen
een recente vondst gegeven van Midden Limburg. De
vondst op de Schelphoek aan de zuidkust van Schouwen
was dan ook een grote verrassing. De gastheer van deze
soort, Lasioglossum xanthopus, is wel van Schouwen
bekend, maar de vindplaats is meer dan 10 kilometer
van de vindplaats van spinulosus verwijderd. Kennelijk
komt xanthopus meer voor dan nu bekend is.
De gewone tubebij is gevonden in een speciaal voor
aculeaten aangelegde "bijenkuil". Het is de broed-
parasiet van de tronkenbij en de tubebij lijkt zo sterk
op haar gastheer dat ze daardoor vaak gemist wordt.
Toch is op tuinlocaties waar de tronkenbij voorkomt
intensief maar tevergeefs naar de soort gezocht. De
voorlopige atlas laat nauwelijks stippen in West Neder
land zien.
114 Fauna Zeefandica