HERKENNING EN INDELING VAN DE BIJEN EN WESPEN
Bijen en wespen worden Hymenoptera (vliesvleugeligen)
genoemd. Net als de meeste insecten hebben ze vier
vleugels, twee voor- en twee achtervleugels. Het feit dat
alle vier de vleugels vliezig zijn onderscheidt de bijen en
wespen van verreweg de meeste andere insecten. Kevers,
wantsen en cicaden hebben hoornachtige dekschilden
(in feite de voorvleugels) en bij vlinders zijn alle vleugels
overdekt met gekleurde schubben. Vliegen en muggen
bezitten slechts één paar vleugels.
Een belangrijk onderscheid tussen bijen en wespen zit in
de levenswijze. Bijen -althans de inlandse- voeden zich
met nectar en stuifmeel, terwijl wespen dierlijke prooien
vangen. Een verschil in bouw is de wespentaille, die bij
bijen ontbreekt.
Bijen en wespen zijn zeker niet altijd makkelijk als zoda
nig te herkennen. Algemeen in het bos, tuin of park leeft
de zweefvlieg die bekend staat als "blinde bij" en de term
"blind" slaat net als de naam van de "dove-"netel op het
feit dat het gaat om een weerloze vlieg, die niet steken of
prikken kan. De horzelvlinder, een bekende nachtvlinder
met doorzichtige vleugels, en de hoornaarzweefvlieg zijn
voorbeelden van dieren die sterk op wespen lijken. Zo zijn
er heel veel dieren die profiteren van de bescherming die
een op bijen of wespen gelijkend uiterlijk biedt. Het ver
schijnsel van bescherming door een misleidend uiterlijk
staat bekend als mimicry.
Mimicry: deze blaaskopvlieg lijkt sprekend op een wesp
en dat levert bescherming tegen vijanden op
De wespen die in dit boek behandeld worden behoren
tot verschillende families. De indeling die de wetenschap
hanteert is gebaseerd op verschillen in lichaamsbouw
(morfologie), maar in het algemeen vertonen de verschil
lende families ook duidelijke verschillen in bijvoorbeeld
voedselkeuze en voortplantingsgedragingen. Hieronder
een kort overzicht.
Goudwespen (Chrysididae)
Goudwespen zijn zonder uitzondering koekoekswespen;
dat wil zeggen dat ze hun eieren leggen in het nest van
een andere soort (een wesp of bij), waarna de larve van
de goudwesp opgroeit ten koste van het eigen nageslacht
van de gastheer. Het gedrag van goudwespen mag op ons
niet bijster sympathiek overkomen; qua uiterlijk behoren
deze vliegende juweeltjes tot het allermooiste wat de in
sectenwereld te bieden heeft. Goudwespen zijn getooid
met fel iriserende tinten in alle kleuren van de regen
boog. Onze meest gewone soort, chrysis ignita, is getooid
met dezelfde kleuren als de roemruchte ijsvogel, maar de
schittering is sterker en de kleurennuances veelvuldiger.
Hun manier van voortplanting houdt in dat goudwespen
permanent op zoek zijn naar nesten van geschikte gast
heren. Dikwijls worden nestkastjes voor bijen en wespen,
binnen een dag nadat ze zijn opgehangen, bezocht door
speurende goudwespen, die de gaatjes één voor één in
specteren.
Mierwespen (Mutillidae)
Mierwespen parasiteren op diverse bijen en wespen. Voor
al de vrouwtjes, die niet kunnen vliegen, lijken soms ver
assend veel op mieren. De mannetjes hebben wel vleugels
en lijken meer op wespen. Er zijn in Nederland slechts 3
soorten, die allen ook in Zeeland gevonden zijn.
Keverdoders (Tiphiidae)
Keverdoders illustreren fraai de hoge mate van speciali
satie die wespen vertonen in hun prooikeuze. Voor hun
eigen voedselvoorziening zijn de meeste wespen weinig
kieskeurig, maar als het gaat om de opkweek van het
nageslacht luistert het allemaal uitermate nauw. Zoals
de naam al aangeeft worden de larven uitsluitend met
kevers gevoed.
Knotswespen (Sapygidae)
De meeste bijen worden belaagd door koekoeksbijen die
zich, op dezelfde manier als hiervoor beschreven werd
bij de goudwespen, als koekoek gedragen. Veelal zijn
koekoeksbijen gespecialiseerd op één bepaald geslacht
of zelfs een enkele soort. Metselbijen (geslacht Osmia)
worden geplaagd door tubebijen van het geslacht Stelis
en doorverschillende goudwespen. Alsof dat nog niet ge
noeg is, is er ook nog eens de familie van de knotswespen
die zich volledig op het parasiteren van metselbijen heeft
toegelegd.
Knotswespen danken hun naam aan de typisch gevormde
antennen, die door hun verdikte laatste leden de vorm
van een knots hebben. Knotswespen zijn niet bepaald al
gemeen, maar ze worden soms op de meest onverwachte
plaatsen aangetroffen.
Spinnendoders (Pompilidae)
De naam zegt het al: spinnendoders zijn de aartsvijan
den van spinnen. Om spinnen te kunnen bemachtigen is
Bijen en wespen in Zcefaud