n tn CERCER1S RYBYENSIS Gewone groefbijendoder tn m CRABRO CRIBRARIUS Grote zeefwesp CRABRO PELTAR1US Kleine zeefwesp hok gevonden kan worden. Belangrijkste prooidieren van deze wesp zijn bijen uit de geslachten Lasioglossum, Halictus en Andrena. De soort nestelt in zanderige bodems, maar wordt veelvuldig in de bebouwde omgeving aangetrof fen. Ook elders in Nederland is C. rybyensis doorgaans een algemene soort die alleen in het noorden niet voor komt. In een bloemrijke tuin met Guldenroede zal de soort in het midden van de zomer bijna nergens in Zee land ontbreken. •Mi. Voorheen was de Gewone goefbijendoder in Zeeland slechts uit enkele kilometerhokken bekend. Nu is het een van de algemeenste graafwespen die in vrijwel ieder bied een ander beeld oplevert. Dat geldt ze ker ook voor Crabro cri- brarius. Deze schildwesp behoort met de ruim 100 uurhokken waarin de soort na 1980 in Nederland is aangetroffen tot de zeer algemene graaf wespen. Slechts één van die uurhokken lag in Zeeland. Het intensieve onderzoek van de laatste vijfjaar heeft 12 uurhokken opgeleverd, waarvan de meeste gelegen zijn in het pleistocene randje in de Zeeuws-Vlaamse grensstreek. Alleen de vondsten in de Eendenkooi te Anna Jacobapolder zijn gedaan op -overigens zeer zavelige- kleigrond. Voor de Zeeuwse situatie kan gesteld worden dat Crabro cribrarius een zandgebonden soort is die weinig voorkomt in de duinen. Dat laatste is overigens in de rest van Nederland wel het geval. Een enkele keer komt het voor dat het een op een lan delijke verspreidingskaart lijkt alsof een soort "overal" zit, terwijl analyse van de gegevens over een kleiner ge- Crabro peltarius behoort in Zeeland met recent 157 vondsten uit 54 uurhokken tot de gewoonste graaf wespen. Ook in de rest van Nederland is deze soort zeer algemeen en Blosch (2001) rekent de soort tot de algemeenste Duitse graafwespen. Deze auteur beschouwt Crabro peltarius als een soort met een voor keur voor zandgronden. Onze waarnemingen wijzen echter anders uit. In duincomplexen is de soort uitge sproken weinig aangetroffen. De pleistocene zandgronden zijn overigens wel goed bezet. In de literatuur wordt vermeld dat deze soort op hardere substraten (waartoe onze kleipolders beho ren) niet zelden het nest van andere graafwespen inpikt. Zeker iets om in het Zeeuwse op te letten I Bijen en wespen in Zeeland 153

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2008 | | pagina 159