VOORTPLANTING
Net als bij de meeste andere insecten spelen feromonen
een belangrijke rol bij de voortplantng van bijen en wes
pen. Feromonen zijn geurstoffen die het andere geslacht
moeten attenderen op de aanwezigheid van soortgeno
ten die geschikt zijn voor voortplanting. Zowel mannelijke
als vrouwelijke aculeaten kunnen feromonen produceren.
Uitsluipende (=net uit het nest komende) vrouwelijke
bijen, zoals zijdebijen en zandbijen, worden soms massaal
belaagd door paringsbeluste mannetjes. Vaak ontstaat er
een kluwen van dieren die vechten om de gunst van een
vers uitgeslopen vrouwtje.
Anderzijds zijn er ook veel soorten waarvan de mannetjes
feromonen afzetten op vaste plekken in het landschap.
De hele dag vliegen ze van de ene naar de andere fero-
moonplek om te zien of er al paringsbereide vrouwtjes op
de lokstoffen zijn afgekomen.
Nadat de paring heeft plaatsgevonden volgt de nest-
bouw.
Voor de voortplanting van bijen en wespen zijn twee om
gevingsfactoren van doorslaggevend belang, te weten de
beschikbaarheid van geschikte nestplaatsen en de aan
wezigheid van voldoende voedsel voor de larven. Voor
broedparasieten (koekoeken) is ook de aanwezigheid van
een geschikte gastheer een eerste vereiste.
Een veelgemaakt onderscheid als het gaat om nestplaat
sen van bijen is dat tussen bodembewonende soorten en
bovengronds nestelende soorten. Dat is een onderscheid
wat zeker niet altijd doorslaggevend is. Een soort als de
Sachembij kan in steilwanden of zelfs op vlakke bodem
een nestholletje graven, maar deze soort maakt ook graag
gebruik van een zogenaamde bijenflat; een houtblok met
Pluimi'oetbij in de opening van het nestholletje
voorgeboorde gaatjes die als nestgang dienst doen.
Tussen de soorten die in de bodem nestelen zijn ook weer
grote onderlinge verschillen. Er zijn soorten die uitslui
tend in een min of meer vlak maaiveld hun nest maken
en soorten die alleen van steilwanden gebruik maken om
te nestelen. Andere soorten zijn in beide situaties aan te
treffen. Ook de aard van het substraat maakt een groot
verschil. Relatief veel bijen en wespen zijn gebonden aan
zandgrond of lichte zavel, maar zelfs in de zwaarste klei
kunnen soms nestholletjes worden aangetroffen van
bijvoorbeeld de grasbij of de schorzijdebij. Bovengronds
nestelende soorten zitten graag in holle stengels van riet
en bramen. Dat geldt bijvoorbeeld voor maskerbijen en
klokjesbijen. Ook behangersbijen kiezen vaak voor een
holle stengel, maar ook een gaatje in een muur of een
kevergang in een dode boomstam en een spijkergat in
een dampaal worden dikwijls benut. Enkele metselbijen
kiezen slakkenhuisjes uit als babykamer.
Voor wespen is de situatie nog diverser dan voor bijen.
Veel plooivleugelwespen hebben een prachtig bouwsel
van fijngekauwde houtvezels, dat aanvoelt als papier-
maché. Urntjeswespen creëren ware kunstwerken onder
de vensterbank en pottenbakkerswespen maken in een
holle ruimte prachtige scheidingswandjes van uitgeharde
aarde. Toch nestelt ook het merendeel van de wespen ge
woon in een zelf gegraven holletje in de grond of in een
holle stengel of een gaatje in een boomstam.
Binnenskamers
Hoe ziet zo'n nest ervan binnen uit? Over de architectuur
van de nesten van verschillende soorten zijn boeken vol
geschreven. Sommige soorten maken een simpele gang
in de grond met aan het einde een nestcel. Bij andere
soorten zijn er zijgangen die elk afzonderlijk uitmonden
in een nestcel. Behangersbijen danken hun naam aan het
feit dat de binnenkant van de nestgang bekleed wordt
met fraai rondgeknipte stukjes blad van bijvoorbeeld ro
zen of sneeuwbessen. Ook de zeldzame behangerswesp
bekleedt zijn nest op die manier.
Bij boomstam- en stengelbewonende bijen en wespen
is de keuzevrijheid beperkt. Deze soorten maken gebruik
van bestaande gangen waarvan ze de vorm niet af nau
welijks (kunnen) aanpassen. Wel komt het veel voor dat
een nestgang wordt onderverdeeld in allemaal kamertjes
die elk één eitje bevatten en die van elkaar gescheiden
zijn door tussenwandjes. We zien dat laatste onder meer
bij metselbijen en bij pottenbakkerswespen.
Hommels en limonadewespen benutten graag muizen
holen als gezamenlijk nest, maar er zijn ook soorten als
de moshommel, die een bovengronds nest uit plantende
len samenstellen. Ook speciale nestkastjes worden door
hommels met graagte geaccepteerd.
Bijen en wespen in Zeeland